Jagers op zoek naar reeën in Kromme Rijnstreek

De inventarisatie is nodig om de wildstand in het vizier te houden. Hoewel de provincie Utrecht veel natuur kent is de ruimte voor reeën beperkt. Wanneer de populatie groeit steken de dieren vaker drukke verkeerswegen over. Jaarlijks worden er ongeveer 220 aangereden door auto's en dat aantal stijgt volgens Faunabeheereenheid Utrecht.

Bij het in stand houden van de reeënpopulatie hoort ook het afschieten van dieren. Bestuurslid Piet van Dijk van de wildbeheereinheid Kromme Rijn heeft begrip voor reacties van mensen die dat zielig vinden, maar wijst ook op de consequenties als jagers hun werk niet zouden doen. "Ik kan kiezen welk stuk wild ik dood, een auto niet. Doordat we de wildstand beheren blijft de populatie gezond en de schade in het verkeer en in het bos en de landbouw beperkt. Ik vind het een voorrecht dat ik hier een onderdeel van uitmaak."

Vorig jaar werden in de Kromme Rijnstreek, het gebied met de meeste reeën in onze provincie, 987 reebokken -geiten en -kalveren geteld. In de hele provincie kwam het aantal uit op 2492. De telling van dit jaar wordt aan het eind van de zomer officieel vastgesteld.

Wie ook reeën wil spotten moet vroeg op staan. De dieren komen bij het vroege ochtendgloren uit hun dekking om te eten. Overdag trekken ze zich terug om te liggen herkauwen. In de avondschemering, zo'n anderhalf uur voor de zon ondergaat, komen ze weer tevoorschijn.