Lagere straf in hoger beroep voor hoofddader brute woningovervallen

Een 31-jarige mededader kreeg in hoger beroep 3,5 jaar cel. De rechtbank legde hem eerder dezelfde straf op. Ook moeten beide mannen een schadevergoeding betalen aan hun slachtoffers.

De overvallen in Soest en Bosch en Duin gebeurden vorig jaar maart en april. In beide gevallen werd er bij de alleenstaande vrouwen aangebeld. Zodra zij de deur openden, kregen ze een neppistool op zich gericht. Vervolgens werden ze gedwongen om op de grond te gaan liggen en werden ze vastgebonden. Onder bedreiging van het neppistool werd de vrouwen gevraagd naar een kluis en geld.

Bij een van de overvallen wist het slachtoffer zichzelf te bevrijden. Ze rende de straat op en schreeuwde om hulp. Een van de overvallers heeft haar toen geduwd, waardoor ze gewond raakte. Bij het andere slachtoffer maakten de overvallers een pinpas en bijbehorende pincode buit.

In het geval van de 27-jarige uit Soest komt het hof tot een lagere straf dan de rechtbank. Dat heeft er volgens het hof mee te maken dat de man niet eerder veroordeeld is geweest. Ook heeft de man volledige openheid van zaken gegeven over wat er is gebeurd. Daarnaast doet hij er volgens het hof alles aan om zijn leven te beteren en is hij ook in gesprek gegaan met een van de slachtoffers.

De 31-jarige uit Baarn heeft zich altijd beroepen op zijn zwijgrecht, hij ontkent betrokken te zijn geweest. De rechtbank legde hem 3,5 jaar cel op en het hof ziet geen reden om die straf aan te passen. De straf is lager dan die van de 27-jarige omdat de man uit Baarn alleen is veroordeeld voor de overval in Soest.