Steeds meer sportclubs in de problemen: "Van 130 naar 70 leden..."

In 2006 was 42 procent van de Nederlanders lid van een sportclub, in 2014 was dat 31 procent en in 2030 is het 19 procent. Dat voorspellen het Sociaal en Cultureel Planbureau en het RIVM in een vandaag gepresenteerd rapport.

Steeds meer mensen sporten louter om hun gezondheid en conditie te verbeteren, niet om competitie te spelen of sociaal actief te zijn. Door virtuele coaches, apps en sportscholen wordt sporten steeds 'autonomer'.

"We doen het steeds vaker op onze eigen momenten", zegt Matthijs van den Berg van het RIVM in de studio van UVandaag. "Op onze eigen manier en met een eigen clubje vrienden."

Thomas Plochg, voorzitter van de Amersfoortse atletiekvereniging Triathlon herkent die tendens. "Ik zie steeds meer 'kofferbakclubjes', zoals we ze noemen. Mensen die, soms via apps, bootcampclubs opzetten."

Triathlon heeft zo'n 1100 leden en dat aantal blijft voorlopig stabiel denkt Plochg. "Maar we moeten niet op onze lauweren gaan rusten."

Hij heeft een aantal speerpunten bedacht om het ledental op peil te houden. "De professionele kwaliteiten van onze trainers: je hebt minder kans op blessures als je met professionele begeleiding loopt. En het sociale aspect moeten we benadrukken."

Plochg denkt niet dat over een aantal decennia atletiekclubs volledig zijn verdwenen. "Dat geloof ik niet. Maar je kunt je wel afvragen of het dan nog bestaat in de vorm zoals we die nu kennen."

De afname van geregistreerde sporters komt ook door de toename van het aantal ouderen en niet-westerse migranten. Zij sporten over het algemeen minder bij een club.

Waar grote sportverenigingen in steden als Utrecht en Amersfoort vaak zelfs wachtlijsten hebben, met name voor de jeugd, staan ze in kleine dorpen als Harmelen te springen om nieuwe verenigingsleden. Badmintonclub Triaq moest zelfs bijna worden opgeheven.

"Vorig jaar was het kantje boord of we wel door konden", vertelt voorzitter Ingrid Polfliet. Goede jeugdleden gaan naar grotere clubs, ouderen haken af vanwege fysieke ongemakken en er komen amper nieuwe badmintonners bij. "Vijf jaar geleden hadden we nog 130 leden, nu 70."

Door iets efficiënter om te gaan met de zaalhuur kan Triaq voorlopig nog blijven bestaan. "Maar als we nog minder leden krijgen moeten we in de toekomst een halve zaal huren in plaats van een hele."

Ook Polfliet heeft een plan bedacht om nieuwe leden te krijgen. "We stonden met een kraampje op de markt. Als je er dan wat bitterballen tegenaan gooit blijven ze wel even staan. En we hebben posters opgehangen op scholen en daar clinics gegeven. Dat heeft wel drie à vier nieuwe leden opgeleverd."

De eeuwige zoektocht naar bevlogen vrijwilligers is ook nog altijd een heet hangijzer in het verenigingsleven. Volgens het vandaag verschenen rapport is zo'n twaalf procent van de Nederlanders vrijwilliger. Dat aantal zal naar verwachting gelijk blijven of zelfs licht afnemen.