Dronken duo weigert bestelde drank te betalen en berooft bezorgers tijdens dollemansrit in Lopik

Het draaide voor de drankbezorger en diens vriend uit op een horrornacht. Dat bleek vandaag in de Utrechtse rechtbank, waar Van B. terecht stond voor diefstal met geweld. Van E. was wegens een coronabesmetting afwezig. Hij zal zich later moeten verantwoorden.

Het is 15 november 2020. De IJsselsteiner brengt met de auto van zijn vader vier flessen sterke drank naar Van E. in Lopik. Voor de veiligheid gaat een goede vriend van hem mee. Maar als zij in Lopik uitstappen, krijgen zij een mes op de keel gedrukt en wordt de drank afgepakt. Van E. kruipt met zijn dronken hoofd achter het stuur en Van B. gaat ernaast zitten. De twee anderen moeten op de achterbank plaatsnemen.

Met een bloedvaart rijdt Van E., die geen rijbewijs heeft, richting Polsbroek. Het is volgens de officier van justitie een ware dodemansrit. Er wordt geschreeuwd dat de twee achterin zich rustig moeten houden. Van B. maakt stekende bewegingen naar hen. De slachtoffers moeten hun geld en telefoons afgeven. Een van de twee moet ook zijn dure jas afstaan. Er zou zijn gedreigd dat de auto tegen een boom zou worden gezet.

De twee slachtoffers staan doodsangsten uit, maar het lukt ze nog wel berichten te versturen. Als een broer de auto op het spoor komt, gaan de belagers er met de spullen vandoor. Alleen de telefoons worden teruggeven. De drankbezorger is aanvankelijk zo bang dat hij geen aangifte durft te doen, omdat zij weten waar hij woont. Zijn vriend doet dat wel. Via een wederzijdse kennis krijgt hij zijn jas terug, waar een gat in is gestoken.

De 32-jarige Van B. uit Nieuwegein herhaalde vandaag in de rechtbank dat hij zich uit angst door de 27-jarige Van E. had laten meeslepen. "Hij is behoorlijk explosief. Hij zou over mee heen kunnen gaan, klappen geven", verklaarde Van B. Het ging volgens hem alleen om de drank. Dat er ook geld en een jas werden afgepakt, zou niet de opzet zijn geweest.

"Ik wil dat je met mij meewerkt, anders heb je zelf ook een probleem. Ik wil hun spullen hebben', zou Van E. tegen hem hebben gezegd. De telefoons zouden enkel zijn afgepakt om te verhinderen dat hun slachtoffers de politie zouden bellen.

Volgens Van B. had alleen Van E. een mes. Dat zou bij een van de jongens op het gezicht zijn gezet. Van B. beweerde dat hij geen mes maar een kaarsenaansteker met een gekarteld uiteinde bij zich had, waarmee de jas was beschadigd. Maar volgens de officier van justitie zeggen de slachtoffers dat hij met een soort vouwmes stekende bewegingen maakte. Dat had tijdens de dollemansrit makkelijk verkeerd kunnen aflopen, vond zij.

De Nieuwegeiner zei in de rechtszaal dat hij direct spijt had van wat hij de twee slachtoffers had aangedaan. Maar ook dat is volgens het OM ongeloofwaardig. Na hun roes te hebben uitgeslapen hadden de twee in stoere taal over de gewelddadige beroving geappt. Daaruit blijkt dat zij het een kick vonden en er veel lol aan hadden beleefd. Ook appt hij: "Zou die jas maar op Marktplaats gooien, kunnen wij daar ook nog van eten."

Van B. heeft nog ruim 20.000 euro schuld na een veroordeling voor het kweken van hennep. Hij zegt dat hij na een sterfgeval in zijn familie zijn leven heeft gebeterd. Hij heeft een relatie en vooruitzicht op een baan en een woning. "Als ik gevangenisstraf krijg ben ik alles kwijt, schulden lopen op. Dan is mijn toekomst weg", zei hij somber. "Was het niet beter geweest om dat te bedenken toen u met een mes in de auto ging zitten?", vroeg de voorzitter van de rechtbank.

"Drank maakt meer kapot dan u lief is, dat is nu dubbel duidelijk", merkte de officier op. Zij eist zij 15 maanden cel voor de verdachte, waarvan vijf voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Hij moet zich laten behandelen en de rechtbank moet hem een contactverbod met zijn vriend Van E. opleggen. Verder moet hij bij de slachtoffers uit de buurt blijven. Die hebben volgens het Openbaar Ministerie allebei recht op 3500 euro smartengeld. Daarnaast claimen zij in totaal 1500 euro aan schadevergoedingen.

De advocaat van de verdachte vindt de strafeis van het OM te zwaar, omdat de Nieuwegeiner zich onder invloed van alcohol door zijn medeverdachte had laten meeslepen en oprecht spijt zou hebben. De buit bedroeg uiteindelijk slechts een paar tientjes en een paar flessen drank, de rest was teruggeven. En ook zou niet goed zichtbaar zijn geweest of het werkelijk een mes was dat hij bij zich had.

Verder zou een celstraf schadelijke gevolgen voor de toekomst van zijn cliënt hebben, terwijl hij net op het goede pad zit. De raadsman vroeg de rechtbank om hem daarom een maximale taakstraf op te leggen, met als stok achter de deur een grotendeels voorwaardelijke celstraf.

De rechtbank doet over twee weken uitspraak, op donderdag 20 januari. De rechtszaak tegen de tweede verdachte is gepland op 21 april.