Advocaat: "Oud-spelers Spakenburg moeten uit anonimiteit"

BUNSCHOTEN SPAKENBURG - Het is nog maar de vraag of de dopingzaak van Spakenburg ooit tot een succesvolle vervolging van iemand bij de club gaat leiden. Dat denkt advocaat Willem Jan Ausma. Zo'n vervolging zou alleen mogelijk zijn als twee oud-spelers besluiten uit de anonimiteit te treden.
Er zijn namelijk veel verklaringen in de zaak, maar een positieve dopingtest ontbreekt. Wel zijn er twee getuigen, die in NRC Handelsblad anoniem hun verhaal hebben gedaan. Ook is er een bestuur, een hoofd medische zaken en een oud-trainer die 'wel eens iets hebben geconstateerd' en er zijn heel veel betrokken spelers die keihard ontkennen.
Advocaat Willem Jan Ausma vraagt zich af of dat alles voldoende is om tot een vervolging te komen. "De Dopingautoriteit heeft alleen een zaak als er gelijkluidende, concrete verklaringen zijn. Op welke datum is het gebruikt, waar stond het, wie leverde het aan en wat was het precies. Als de verklaringen te vaag zijn, is er geen zaak."

ANONIEME GETUIGEN

De twee oud-spelers die in NRC Handelsblad de affaire aan het rollen brachten, zullen in dat geval uit de anonimiteit moeten treden. "In een precair geval als dit, kun je niet met anonieme getuigen werken", zegt Ausma. "De twee zullen op zijn minst moeten vertellen hoe ze aan hun kennis komen."

VERKLARINGEN VAN DE CLUB

Uit een eerste gesprek met de Dopingautoriteit is gebleken dat het verboden middel Crack V3 op twee momenten in de kleedkamer van Spakenburg is aangetroffen. In december 2011 door het hoofd van de medische staf en een paar maanden later door het bestuur. "Als ik advocaat van de club was, zou ik dat te vaag vinden", zegt Ausma. "De twee gebeurtenissen liggen te ver uit elkaar. Maar ook hier geldt, als de verklaringen concreet zijn en overeen komen, heeft de club een groot probleem.

CONTROLES

Uit onderzoek van RTV Utrecht is inmiddels gebleken dat er in de eerste vier jaar van het bestaan van de topklasse nauwelijks op doping is gecontroleerd. Behalve bij Spakenburg werden ook bij IJsselmeervogels, GVVV, Barendrecht, FC Lisse, Katwijk en Rijnsburgse Boys nooit dopingcontroles uitgevoerd. De pakkans is dus klein en de verleiding mogelijk groot.
Toch begrijpt Ausma wel dat de Dopingautoriteit de topklasse met rust liet. "Als er geen aanwijzingen zijn voor dopinggebruik, is regelmatig controleren best duur. Ik kan me voorstellen dat er met de kennis van nu in de toekomst vaker gecontroleerd gaat worden."

DOPINGAUTORITEIT

Directeur Herman Ram van de Dopingautoriteit ontkent dat er in de topklasse geen dopingcontroles worden uitgevoerd. "Wij voeren 200 tot 250 dopingcontroles per jaar uit in het voetbal, eerlijk verdeeld over de profs en de amateurs. Maar er zijn erg veel wedstrijden, dus de pakkans is en blijft klein." Of er na de 'affaire Spakenburg' vaker gecontroleerd gaat worden, wil Ram niet zeggen. "Onze controles zijn altijd onverwacht, en dat wil ik graag zo houden."

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.