Vrijdag duidelijkheid over ontruiming V&D Utrecht

Het noodlijdende V&D kampt met een liquiditeitsprobleem en heeft alle eigenaren van zijn panden gevraagd in te stemmen met een huurvrije periode van vier maanden en daarna een structurele
huurverlaging. Ook andere verhuurders verzetten zich daartegen, maar IEF is de eerste die naar de rechter is gestapt.

Ontruiming van de vier filialen, die verantwoordelijk zijn voor 17 procent van de omzet van V&D, zal in de huidige economische omstandigheden echter onherroepelijk leiden tot het einde van V&D, stelde de raadsman van het warenhuisconcern. "V&D kan een dergelijke terugval in de omzet in combinatie met een afvloeiingsregeling voor ruim zeshonderd werknemers niet dragen. Het voorzienbare gevolg is dat alle 10.500 werknemers van V&D hun baan verliezen."

De V&D-raadsman zei tijdens de behandeling van de zaak dat IEF bewust aanstuurt op een faillissement van het warenhuisconcern. De verhuurder zou ook in een eerste gesprek hebben gezegd dat het wat hem betreft de beste optie is wanneer V&D failliet gaat.

IEF ontkende uit te zijn op een bankroet. De verhuurder was juist bereid V&D vergaand tegemoet te komen, wilde zelfs instemmen met een huurvrije periode van vier maanden en een huurverlaging daarna. Voorwaarde was wel dat het warenhuisconcern een groot aantal vierkante meters zou inleveren en de onderhuurders zou overdragen. Maar partijen werden het daarover niet eens.

V&D denkt nog twee tot drie weken nodig te hebben om de herstructurering van de grond te krijgen die nodig is om het bedrijf weer gezond te maken. Die tijd wil het ook hebben om alsnog met IEF en de andere verhuurders tot overeenstemming te komen.

Op de valreep maakte V&D nog een deel van de verschuldigde winkelhuur over aan IEF Capital. Maar het vastgoedbedrijf zag hierin geen aanleiding om het kort geding tegen de warenhuisketen af te breken.

Beleggingsmaatschappij Prowinko liet dinsdag weten ook een kort geding aan te spannen om V&D uit zijn pand in Roermond te zetten wegens huurachterstand.