Justitie eist celstraf voor ernstig ongeluk met drugsafval op Rijnbrug

Een gehuurde bestelbus botste 13 juni op een auto. De 30-jarige bestuurder van de bus vervoerde vaten met chemisch afval, als restproduct van de productie van amfetamine. Een van de vaten vloog uit de bestelbus en kwam op de brug terecht. De vloeistof lekte weg en een stuk uiterwaard moest direct worden afgegraven om bodemvervuiling te voorkomen. De weg was hierdoor urenlang afgesloten en moest intensief worden gereinigd.

Uit onderzoek is gebleken dat de lading in de bestelbus niet was gezekerd en er zelfs geen middelen aanwezig waren om de lading vast te zetten. De NFI-test liet zien dat de stof in de vaten BMK, APAAN en N-formylamfetamine bevat. Deze stoffen zijn bijtend voor huid en ogen en zowel de verdachte als de twee verbalisanten hebben hierdoor last gehad van tijdelijke gezondheidsklachten zoals prikkende ogen, een branderig gevoel aan de huid en irritatie aan de luchtwegen.

De verdachte uit Nijmegen verklaarde op zitting dat hij niet beter wist dan dat er afgewerkte motorolie in de vaten zat, maar de officier van justitie achtte het wettig en overtuigend bewezen dat de 30-jarige man verantwoordelijk moet worden gehouden voor het zonder vergunning vervoeren en in bezit hebben van hulp- en afvalstoffen van amfetamineproductie. Daarnaast heeft hij geen maatregelen getroffen om milieuschade te voorkomen.

Bij het bepalen van de strafeis heeft de officier van justitie rekening gehouden met de enorme maatschappelijke impact van dit incident met name omdat het overdag plaatsvond en zeer dichtbij een woonomgeving.

De officier van justitie eiste vijftien maanden celstraf waarvan vij maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.