Advocaat vraagt vrijspraak in rechtszaak serieverkrachter Utrecht

Raadsman Maarten Krikke, die werd bijgestaan door Frank van Seventer, trok in zijn pleidooi in twijfel dat er bij alle zaken sprake is van dezelfde dader en wil voorkomen dat T. ten onrechte voor alle misdrijven moet opdraaien. Hij wil daarom dat het OM en de rechtbank officieel afstand doen van de term "serieverkrachter" en dat ze de zaak behandelen als die tegen iedere andere verkrachter.

"De enige overeenkomst is het signalement: een vrij fors postuur, een bol gezicht en kort haar", aldus Krikke, die stelt dat dat op heel veel Nederlandse mannen kan slaan. Hij vindt het ook opvallend dat geen enkel slachtoffer wat zegt over het topje van de rechterwijsvinger dat T. mist.

Krikke vindt bovendien dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk is, omdat de procesorde is geschonden. Hij doelt daarmee op het "bewust inzetten van een lokfiets" bij het huis van zijn cliënt. Krikke vindt ook dat alleen DNA-bewijs te mager is om de verdachte te veroordelen. Mogelijk is het materiaal vervuild, opperde hij.

Het inzetten van een undercoveragent in de gevangenis, bedoeld om T. te laten praten, beoordeelde de advocaat als "schending van het zwijgrecht". Krikke haalde in zijn pleidooi een

aan, waarin rechtspsycholoog Peter van Koppen de inzet van informanten onverstandig noemt.

Volg ook het liveblog over de tweede zittingsdag.