Grondig saneren Nedereindse Plas onbetaalbaar

UTRECHT - Het volledig afgraven van de vuilstort bij de Nedereindse Plas kost 200 miljoen euro. Dat schrijft wethouder Lot van Hooijdonk in een brief aan de Utrechtse gemeenteraad.
Het werk zou tien jaar duren en de milieueffecten zijn gering. Volgens de wethouder is afgraven niet zinvol, omdat je het afval daarna elders weer moet storten.
De Nedereindse Plas was vroeger een vuilstort, bekend onder de naam Put van Weber. Het afval werd gestort in een plas die was ontstaan na zandwinning voor de aanleg van de snelweg A2 in het begin van de vorige eeuw.

AFVAL

In de Put van Weber is ook heel veel illegaal afval terecht gekomen, waaronder licht radioactief ziekenhuisafval, lasplasma en vaten met onbekende inhoud. Nadat de stort gesloten is, werd hij omgebouwd tot recreatieplas met een wielerbaan en een skipiste.
Na onderzoek van de voorganger van RTV Utrecht bleek zwemmen niet veilig en werd de plas weer gesloten. Saneringen van de plas zijn keer op keer mislukt. Grond om het afval af te dekken bleef niet liggen en folie begon te drijven.
De gemeente wil nu een nieuwe poging doen het afval af te dekken. De gemeenteraad is daar niet gerust op en vroeg om alternatieven te onderzoeken. Die alternatieven blijken er niet te zijn, meent de wethouder.

KOSTEN

Alternatieven zijn niet nuttig of veel te duur. Zo kost het afgraven 200 miljoen euro. Als de plas gedempt wordt, kost dat altijd nog 50 miljoen euro.
De gemeente heeft in het verleden de plas gekocht van aannemer Mourik voor een bedrag van een euro, op voorwaarde dat de aannemer niet meer financieel aansprakelijk gesteld kan worden voor de verontreiniging.
In 2005 werd het saneren van de plas geschat op zes miljoen euro.

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.