Rhenen en Bunnik mengen zich in discussie WMO-gelden

PROVINCIE UTRECHT - Meer gemeenten zeggen dat ze onterecht op een lijst staan met overgebleven budget voor jeugdzorg en de Wmo. Op de lijst van minister Plasterk van Binnenlandse Zaken staan onder meer ook Rhenen, Bunnik en Renswoude.
Renswoude, die het meeste geld zou hebben overgehouden, noemde de lijst eerder al onzin. Zo stelde Binnenlandse Zaken dat van de 2,23 miljoen euro die Renswoude in 2015 kreeg voor de Wmo en jeugdhulp 1,2 miljoen euro op de plank bleef liggen. Dat klopt niet, zei wethouder Van de Pol eerder deze week tegen RTV Utrecht.
Volgens Van de Pol was er vorig jaar een tekort van 70.000 euro op de gelden voor de jeugdzorg en is 95 procent van het Wmo-budget uitgegeven. Ook zijn collega Eijbersen van Bunnik zegt dat de cijfers niet kloppen. Zij vindt het maatschappelijk effect belangrijker. "We hebben relatief weinig klachten en we blijven binnen budget."
MINISTER PLASTERK
Minister Ronald Plasterk zegt dat de lijst van het Centraal Bureau voor de Statistiek komt en dat die gebaseerd is op gegevens van de gemeenten zelf. "Het kan zijn dat gemeenten nu constateren dat ze het niet helemaal goed hebben opgegeven. De plek om dat te corrigeren is dan in de gemeenteraad, aldus Plasterk vrijdag. "Het is uiteindelijk de verantwoordelijkheid van de gemeente."
Gemeenten zijn sinds 2015 zelf verantwoordelijk voor de uitvoering van drie zorgwetten op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, jeugd en werk en inkomen. Zij kregen daarvoor een budget van het Rijk. Plasterk meldde dat 371 van de 393 gemeenten geld hebben overgehouden. In totaal zou 807 miljoen euro niet zijn uitgegeven.

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.