Oorlog centraal in Huis Doorn en Utrechts Archief
DOORN - Voor een expositie over de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog zoekt Huis Doorn foto's, brieven, voedselbonnen en andere spullen uit die periode. Het museum roept mensen die interessante dingen hebben op om contact op te nemen, de expositie is vanaf september te zien.
UTRECHTS ARCHIEF
Vanaf zaterdag is in Het Utrechts Archief de tentoonstelling 'In staat van oorlog'. Foto's, decors, films en een introductie van historicus Maarten van Rossem nemen de bezoeker mee naar de tijd van de Eerste Wereldoorlog.
Vanaf zaterdag is in Het Utrechts Archief de tentoonstelling 'In staat van oorlog'. Foto's, decors, films en een introductie van historicus Maarten van Rossem nemen de bezoeker mee naar de tijd van de Eerste Wereldoorlog.
De expositie vertelt het verhaal van een roerige periode in de Utrechtse geschiedenis, die in 2014 precies een eeuw geleden begon. Bezoekers kunnen onder meer de commandopost van het militaire gezag binnenstappen, een kijkje nemen in de keuken van een Utrechtse familie en kennismaken met Belgische vluchtelingen uit die tijd.
DOMTOREN
Door de centrale ligging was Utrecht ten tijde van de Eerste Wereldoorlog van groot belang voor de landsverdediging. Ondanks de neutraliteit verklaarde de regering alle strategisch gelegen gemeenten in augustus 1914 'in staat van oorlog'. In de expositie ziet de bezoeker welke gevolgen dit had voor Utrecht: tienduizend soldaten werden ingekwartierd en strategische plekken, zoals de Domtoren, werden bezet door militairen.
Door de centrale ligging was Utrecht ten tijde van de Eerste Wereldoorlog van groot belang voor de landsverdediging. Ondanks de neutraliteit verklaarde de regering alle strategisch gelegen gemeenten in augustus 1914 'in staat van oorlog'. In de expositie ziet de bezoeker welke gevolgen dit had voor Utrecht: tienduizend soldaten werden ingekwartierd en strategische plekken, zoals de Domtoren, werden bezet door militairen.
Meer dan een miljoen Belgische burgers en militairen sloegen op de vlucht en vonden onderdak in Nederland. Ze kwamen terecht bij particulieren, maar ook in kampen als Amersfoort en Zeist.
