Utrechtse raadsleden stellen minder schriftelijke vragen

UTRECHT - De partijen in de Utrechtse gemeenteraad hebben in 2016 minder schriftelijke vragen gesteld dan in 2015. Het afgelopen jaar klommen de partijen 170 keer in de pen met een vraag. Het jaar ervoor stelden zij 203 schriftelijke vragen.
Queeny Rajkowski (VVD) maakte zich eerder zorgen over het aantal vragen dat raadsleden aan het college stellen. De VVD-politica vroeg zich af of elke vraag wel relevant is. De 203 vragen van het jaar 2015 waren een uitzondering, de jaren ervoor was het aantal aanzienlijk lager. In 2014 waren het er 150, en in 2013 stond de teller op 174.

MEESTE VRAGEN

Koplopers 'vragen stellen' in de Utrechtse raad zijn nog altijd oppositiepartij PvdA en collegepartij D66. Zij stelden allebei 42 vragen. De partij van Rajkowski is vierde in die lijst met 36 vragen, vlak achter GroenLinks met 38 vragen.
Stadsbelang Utrecht (8) en Student & Starter (6) stelden in 2016 de minste vragen. De middenmoot wordt gevormd door het CDA (24), de ChristenUnie (20), de SP (20) en de Partij voor de Dieren (19). Schriftelijke vragen worden vaak door meerdere partijen ondertekend. Daardoor is de som van de partijen hoger dan het totale aantal vragen.
Het raadslid dat vorig jaar de meeste schriftelijke vragen stelde was Eva van Esch van de Partij voor de Dieren. Zij stelde 19 keer een schriftelijke vraag. Bouchra Dibi (PvdA) is tweede met 14 vragen. Derde is Sander van Waveren van het CDA met 13 vragen.

SIMPELE VERKLARING

Volgens Heleen de Boer van GroenLinks is er een simpele verklaring voor de daling. "Sinds dit jaar hebben we regelmatig een vragenuurtje waarbij raadsleden mondeling vragen kunnen stellen. Ik vermoed dat als je alle vragen optelt, dat er dit jaar zelfs meer vragen gesteld zijn."

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.