Kindertelefoon moet voor volgend jaar honderden contracten afsluiten
UTRECHT - De Kindertelefoon zit in de knel. Door het aflopen van een overgangsregeling moet de organisatie in Utrecht nu met alle 388 gemeenten onderhandelen over de betaling voor haar diensten.
Met de decentralisatie van de jeugdzorg in 2015 kwam de verantwoordelijkheid ervan bij de gemeenten te liggen. Doordat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten de Kindertelefoon in één keer betaalde hoefde de organisatie niet met alle gemeenten apart te onderhandelen. Die regeling stopt per 1 januari 2018.
ROMPSLOMP
Met honderden partijen tegelijk zaken doen levert volgens de brancheorganisatie Jeugdzorg Nederland veel administratieve rompslomp op. "Als we met 388 gemeenten werken, moeten we 388 facturen sturen, 388 contracten opstellen en 388 verantwoordingsrapporten maken", zegt woordvoerder Eva de Vroome.
Volgens De Vroome werkt de Kindertelefoon dan alleen nog als iedere gemeente meewerkt. "Er hoeven maar een paar gemeenten te zijn die niet betalen. Moet je dan de kinderen uit die gemeenten weigeren? Bovendien mogen we aan de telefoon niet eens vragen waar de kinderen vandaan komen."
"NETJES GEREGELD"
Toch is de organisatie niet bang dat de Kindertelefoon straks niet meer bestaat. "Eigenlijk wil iedereen wel dat de Kindertelefoon blijft bestaan", zegt De Vroome. "Ook de staatssecretaris heeft zich inmiddels uitgesproken en laten weten dat het allemaal netjes met de gemeenten geregeld moet worden. Al heb ik nog geen idee wat hij daarmee bedoelt."
De gemeenten hebben tot 1 juni de tijd om hun zorg in te kopen.