Badmeesters zaak-Salam wilden alle kinderen evenveel aandacht geven

RHENEN/UTRECHT - Badmeester Sandra van B. luidt de bel, om aan te geven dat het schoolzwemmen in zwembad 't Gastland afgelopen is. De kinderen van de Ericaschool in Rhenen gaan naar de douches. Haar collega Maria B. kijkt over en in het water en stelt vast dat er geen kinderen meer in het zwembad zijn. Ten onrechte blijkt later, wanneer een zwemster de 9-jarige Salam vindt. Het meisje is verdronken.
Hadden de drie aanwezige badmeesters en twee leraren het toezicht op ongeveer dertig schoolkinderen beter met elkaar moeten regelen? Die vraag staat centraal in een rechtszaak, die ook door andere scholen en zwembaden met argusogen wordt gevolgd. Dat niet het zwembad en de school, maar juist de medewerkers worden vervolgd is opmerkelijk.

ONOPLETTEND

Het Openbaar Ministerie verwijt de vijf verdachten dat ze onvoorzichtig en onoplettend zijn geweest. Salam kon niet zwemmen en de mensen die toezicht op de kinderen moesten houden zouden daar te weinig rekening mee hebben gehouden. Volgens het OM hadden ze onderling afspraken moeten maken.
Salam en haar Syrische ouders woonden sinds een paar maanden in Rhenen. Het meisje sprak slecht Nederlands. Op de septemberdag in 2015 waarop ze overleed kreeg ze haar vierde zwemles in het ondiepe bad. Ze droeg een roze badpak en een zwarte legging en leerde, samen met een ander kind dat nog niet kon zwemmen, zich drijvend te houden met behulp van zogenoemde plankjes en kurken.

GEBAREN

Badmeester Jos H. kan zijn emoties tijdens de zitting soms niet bedwingen. Hij valt dan even stil om zich te herpakken. H. zegt dat het moeilijk was om Salam ondanks de taalbarrière bij de les te houden. Hij sprak Engels tegen haar en gebruikte gebaren. Op die manier probeerde hij duidelijk te maken dat ze in het ondiepe gedeelte moest blijven, maar hij weet niet zeker of ze dat wel begreep.
Nadat de zwemles afgelopen was, mocht Salam haar kurkgordel afdoen en vrij zwemmen tussen ongeveer dertig andere kinderen in het ondiepe bad. H. hield daar als badmeester toezicht, terwijl zijn collega's Maria B. en Sandra van B. zich langs het diepe bad hadden geposteerd. Onderwijzers Renata B. en Robert K. van de Ericaschool keken toe bij het kleine bad. Renata B. deed dat naar eigen zeggen, zonder toezichthoudende rol.

IN HET DIEPE

Zeker zeven schoolkinderen hebben volgens verklaringen gezien dat Salam daarna, tijdens het vrij zwemmen, zonder hulpmiddelen in het diepe was gesprongen, hoewel een Arabisch sprekend klasgenootje haar had gewaarschuwd dat niet te doen. Badmeester Jos H. zegt dat hij het meisje zeker uit het zwembad had gehaald, als hij het had gemerkt.
Uit de verklaringen van alle vijf de verdachten wordt in ieder geval duidelijk, dat op de fatale dag niemand van hen speciaal op Salam lette. Zowel de badmeesters als de onderwijzers zeggen dat ze hun aandacht met opzet verdeelden over de hele groep. Nadat de schoolkinderen zich weer hadden aangekleed werd in de hal van het zwembad pas duidelijk dat Salam verdwenen was. Niemand herinnert zich of ze al bij het douchen weg was.

RONDJES LOPEN

In de rechtszaal toont de officier van justitie beelden die later in het zwembad zijn gefilmd. Daaruit wordt duidelijk dat een pop op de bodem slecht zichtbaar is, wanneer het water onrustig is en het licht op de oppervlakte reflecteert. Badmeester Jos H. legt uit dat toezichthouders daarom rondjes lopen.
Sandra van B. en Maria B. bleven die dag op een vaste positie staan. Volgens Van B. hadden zij van waar ze stonden wel degelijk goed zicht op en in het water. Maria B., die het lichaam van Salam uit het water haalde, verklaart dat het meisje op een andere plek in het zwembad lag dan de pop in de video.

EVENVEEL AANDACHT

Volgens Jos H. was er onderling niet besproken of Salam en het andere kind wel naar het diepe bad mochten. Voor badmeesters is het van belang dat alle aanwezige kinderen evenveel aandacht krijgen, legt H. de rechter uit. "Als ik twee kinderen speciaal in de gaten houd, krijgen 28 andere kinderen minder aandacht". De drie collega's vertrouwden naar eigen zeggen op het feit dat ze al jaren een team vormen.
Maria B. hield de kinderen in het diepe bad in de gaten. Ze wist dat er in de schoolgroep twee kinderen zaten die niet konden zwemmen, maar net als Sandra van B. wist ze niet welke kinderen dat waren. Tegenover de rechtbank verklaart ze dat bij het vrij zwemmen leerlingen uit het ondiepe bad eigenlijk nooit oversteken naar het diepe bad. De opvallende badkleding van Salam was beiden niet opgevallen en Sandra van B. zegt dat ze niet eens wist dat Salam slecht Nederlands sprak.

TOEZICHTPLAN

Tijdens de zitting wordt duidelijk dat de badmeesters elk jaar een toezichtplan kregen dat ze moesten tekenen. Sandra van B. geeft aan dat ze die "globaal heeft doorgekeken".
Maar juf Renata B. wist niet van het bestaan van een protocol af, terwijl de schooldirecteur ervan uitging dat alle leerkrachten op de hoogte waren. "Zowel de school als het zwembad hebben mij ooit instructies gegeven wat ik moest doen ik het zwembad." Ook leerkracht Robert K. kende de protocollen van Rhenen niet. Hij wist van een vorige school dat er wel iets van hem verwacht werd.
De verdachten zijn erg emotioneel onder de situatie. "Ze heeft niet onder mijn ogen kunnen verdrinken, want dat zie je," aldus Sandra van B. die zich met tranen in haar ogen afvraagt hoe dit heeft kunnen gebeuren. "Ik heb zelf ook kinderen, het is het ergste wat je kunt overkomen."

DRIE DAGEN

De rechtbank in Utrecht heeft drie dagen uitgetrokken voor de zaak. Ook de ouders van Salam komen
aan het woord. De strafeis van het Openbaar Ministerie wordt morgen verwacht. Verslaggever Rob van Dijk volgt de rechtszaak vanuit de rechtbank en doet onder meer verslag
.

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.