Nieuw onderzoek in zaak dode baby's Amersfoort

De vrouw meldde zich een paar jaar geleden bij de politie. Ze beweerde dat ze in 2002 en 2004 haar baby's kort na hun geboortes om het leven had gebracht. Ze zou ze vervolgens in plastic hebben gehuld. De twee lichaampjes had ze jarenlang bewaard in een beautycase en een koektrommel. De vrouw was verslaafd aan cocaïne en alcohol en biechtte haar daden op toen ze uit huis gezet dreigde te worden.

Het Openbaar Ministerie verweet haar dat ze de pasgeboren kinderen letterlijk aan hun lot had overgelaten en geen enkele hulp had gegeven. De verdachte werd echter tot twee keer toe

, omdat zowel de Rechtbank Midden-Nederland als het Gerechtshof in Arnhem niet kon vaststellen of de baby's na hun geboorte in een toilet nog hebben geleefd. Een strafbare poging tot doodslag kon daarom niet bewezen worden.

De Hoge Raad oordeelde eind vorig dat het Gerechtshof in Den Bosch de zaak nu moet

. De vraag of de baby's tijdens de geboorte leefden sluit volgens het vonnis niet uit dat de verdachte de intentie had om haar kinderen te doden.

Het Openbaar Ministerie gaf vandaag tijdens de zitting aan dat bij eerder onderzoek niet onomstotelijk vast is komen te staan of de baby's na de geboorte nog leefden of niet. Er moet daarom een nieuwe deskundige worden gehoord. De advocaat van de verdachte is het daar niet mee eens. Hij spreekt van 'een weinig chique manier om de kennis van de eerdere deskundige in twijfel te trekken'.

Advocaat Hesen zei tijdens de zitting dat feitelijk onderzoek niet meer mogelijk is omdat de baby's destijds zijn gecremeerd. Ook gaf hij aan dat het met de vrouw, die niet in de rechtszaal aanwezig was, niet goed gaat sinds haar vrijspraak.

Het Gerechtshof in Den Bosch vindt toch dat er een nieuwe deskundige van het Nederlands Forensisch Instituut moet worden gehoord. Ook zal de eerdere deskundige opnieuw worden ondervraagd. Wanneer dit gaat gebeuren is nog onduidelijk.