DocU: Vijftig jaar na de munitieramp op Lage Weide

UTRECHT - Een halve eeuw na de grote munitieramp in Utrecht is de oorzaak nog altijd niet opgehelderd. Morgen is het precies vijftig jaar geleden dat een militair schip vol afgekeurde munitie ontplofte in de Kernhaven op Lage Weide. RTV Utrecht zendt vandaag een indringende documentaire uit over de nabestaanden van de twee Utrechters die bij de explosie omkwamen.
De ramp gebeurde op 12 juni 1967. Militairen sjouwden op het Defensieschip met oude munitie, die in zee moest worden gedumpt. Rond 13.00 uur, toen de soldaten zaten te schaften, ontstond er om onduidelijke redenen brand in een van de kisten. Een kleine tien minuten later rukte een explosie het volledige schip in stukken uiteen. Granaatscherven en stukken metaal vlogen alle kanten op en in de wijde omtrek sprongen ruiten.

ROOKPLUIM

Utrechter Albert de Goede herinnert zich de geweldige knal nog goed. Hij werkte op een kantoor en zag in de verte een grote rookpluim. Op dat moment had hij nog geen enkel vermoeden dat zijn 20-jarige broer Kees een van de twee doden was die bij het ongeluk waren gevallen. Kees werkte bij de Philipsfabriek pal naast het munitieschip en stond tijdens de ontploffing op het punt om zijn kantoor te verlaten.
De andere dode was de Utrechtse timmerman Adriaan Verbeek. Zijn zus Greet en zijn goede vriend Herman van der Ham zien de gebeurtenissen van die dag nog voor zich. Herman zou met Adriaan en een andere vriend in de haven gaan vissen, maar ging eerst nog op visite bij een kennis in Zuilen. Adriaan kwam om het leven. Hun vismaat overleefde de knal, maar liep gehoorschade en een trauma op. Zelfs vijftig jaar later praat hij liever niet over de ramp.

DETAILS

De documentaire van RTV Utrecht over de munitieramp toont hoe kleine details vijftig jaar later nog indruk maken. Albert en Kees de Goede droegen als Jehova's getuigen een medisch document waarop ze hadden aangegeven dat ze geen bloedtransfusie wilden. Omdat ze toevallig de kaartjes hadden verwisseld, werd de eerste uren aangenomen dat het verminkte lichaam van Kees aan Albert had toebehoord. Pas toen Albert nietsvermoedend thuiskwam van zijn werk, werd het iedereen duidelijk dat het zijn broer was die bij de ramp was omgekomen en viel ook bij Albert het kwartje.
Herman van der Ham vraagt zich nog altijd af wat er was gebeurd wanneer hij zich direct bij zijn vismaten in de haven had gevoegd, en niet eerst koffie had gedronken bij zijn kennis. "Dan had ik bij die jongens aan het water gezeten, met de grote kans dat ik ook slachtoffer was geworden. Dat is heel dubbel: triest, verdrietig en ook heel blij."

ONONTPLOFTE MUNITIE

Bij de ramp, die Kees en Adriaan het leven kostte, raakten 142 mensen zo gewond dat ze naar het ziekenhuis moesten. De ontploffing zorgde ervoor dat delen van het schip de kade op werden geslingerd. Gebouwen in de wijde omtrek werden beschadigd en onontplofte munitie werd tot een kilometer verderop teruggevonden. Zelfs in 2009 nog, toen de Kernhaven werd uitgediept, werden nog
en een deel van een raket aangetroffen. De materiële schade liep in de miljoenen guldens.
Hoe het vuur bij de explosieve scheepslading is ontstaan is vandaag de dag nog altijd niet bekend. De ramp leidde indertijd tot vragen over de veiligheid van de haven en zorgde ervoor dat het transport van afgekeurde munitie daar werd stopgezet.

DocU: De Munitieramp van 1967

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.