CBS: veel naoorlogse wijken sociaaleconomisch zwak

PROVINCIE UTRECHT - Inwoners van stadswijken die vlak na de Tweede Wereldoorlog zijn gebouwd, zitten vaker in de bijstand dan inwoners van andere wijken. Ook leven ze vaker rond het sociaal minimum, wonen ze vaker in een huurwoning en zijn ze vaker alleenstaand.
Dat blijkt uit onderzoek van het CBS naar naoorlogse wijken. Het gaat om wijken waarbij meer dan 35 procent van de huizen is gebouwd tussen 1945 en 1965.
Het CBS selecteerde voor het onderzoek 68 wijken, waaronder Utrecht-Zuidwest (met Kanaleneiland, Rivierenwijk en de Dichterswijk) en de Amersfoortse wijken De Koppel, Randenbroek en De Kruiskamp.

AANTREKKINGSKRACHT

Volgens het CBS zijn de huizen die vlak na de oorlog gebouwd werden, vaak goedkoper gebouwd en kleiner. Dat maakt ze ook goedkoper om in te wonen, wat mensen met een laag inkomen of mensen met een uitkering aantrekt.
Uit de cijfers blijkt dat eind 2016 in Utrecht-Zuidwest 6,5 procent van de inwoners een bijstandsuitkering had. In de Amersfoortse wijk De Kruiskamp zelfs 7,5 procent. Ter vergelijking: landelijk is dit percentage 3 procent, in de grootste steden 4,7.
Omdat de woningen relatief goedkoper zijn, trekken de wijken in (studenten)steden als Utrecht, Amsterdam en Leiden ook veel jongeren aan. Naoorlogse wijken buiten de Randstad hebben juist gemiddeld meer 65-plussers.

MIGRATIE

Volgens het CBS kennen de naoorlogse wijken ook relatief veel mensen met een migratieachtergrond.
Waar in Nederland 12 procent van de inwoners van niet-westerse komaf is, is dit in de onderzochte naoorlogse wijken 32 procent. Het gaat vooral om mensen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond.

Interview met CBS over zwakke naoorlogse wijken

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.