Politie: dreigen met stroomstootwapen voorkomt erger

AMERSFOORT - Het inzetten van een stroomstootwapen heeft de afgelopen zes maanden tientallen keren voorkomen dat zwaarder geweld nodig was. In 71 procent van de gevallen waarin agenten het wapen trokken, bleek waarschuwen genoeg. Politiemensen zijn positief over het wapen.
Dat blijkt uit een tussenevaluatie door de Politieacademie van de proef met het stroomstootwapen, die sinds februari van dit jaar loopt. Er wordt mee getest in Amersfoort, Rotterdam, Zwolle en bij de eenheid Noord-Nederland. Het wapen wordt ingezet tegen zeer gewelddadige mensen die een gevaar voor zichzelf of hun omgeving vormen.

MINDER DODELIJK

De politie test het stroomstootwapen omdat ze op zoek is naar een wapen dat minder dodelijk is dan het dienstpistool maar toch net zo daadkrachtig. Willem Woelders, bij de politie verantwoordelijk voor de proef: "Met het stroomstootwapen kun je op een relatief eenvoudige manier mensen onder controle brengen, met een zeer kleine kans op letsel. Andere geweldsmiddelen, zoals een hond of een vuurwapen, leveren veel meer en ernstiger verwondingen op."
Het stroomstootwapen is het eerste halfjaar 167 keer gebruikt bij 158 verschillende situaties. In al deze gevallen konden agenten de situatie onder controle brengen en een verdachte aanhouden. In 71 procent van de gevallen (118 keer) was dreigen met gebruik al genoeg. Bij de overige 49 gevallen is het stroomstootwapen ook daadwerkelijk afgevuurd (32 keer) dan wel gebruikt in de zogenaamde stun mode (22 keer) of een combinatie van beide inzetvormen (5 keer).
Vrijwel alle verdachten tegen wie het stroomstootwapen is gebruikt, zijn kort na afloop medisch onderzocht. Het letsel bleef in bijna alle gevallen beperkt tot een of twee kleine penetratiewondjes door de pijltjes.

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.