Werk in gemeenteraad vraagt veel, toch wil driekwart door

PROVINCIE UTRECHT - Bijna driekwart van de zittende gemeenteraadsleden in de provincie Utrecht stelt zich opnieuw beschikbaar voor een volgende periode. Dit doen ze ondanks klachten over de werkdruk, het niveau van de gemeenteraad en de bescheiden vergoeding.
Dat blijkt uit een landelijk onderzoek dat de NOS deed in samenwerking met raadsledenvereniging Raadslid.NU. Ruim 2100 raadsleden - een kwart van het totaal - deden mee. In de provincie Utrecht blijven 121 van de 170 respondenten na maart het liefst in hun huidige functie actief.
Het enthousiasme is in deze provincie het grootst onder raadsleden die in hun tweede periode zitten, meer dan 80 procent. Maar ook van de raadsleden die al meer dan twaalf jaar in de raad zitten, wil nog altijd ruim 60 procent door. Verreweg de meeste raadsleden kijken dan ook tevreden terug op hun eigen prestaties.
Jeroen Willem Klomps zit namens de VVD inmiddels bijna drie jaar in de raad van Stichtse Vecht. Hij is een van de 170 politici in Utrecht die meedeed aan het onderzoek en stelt zich heel bewust wederom beschikbaar. "Ik ben afgelopen periode binnengekomen en ik merk dat de klus nog niet af is. Ik heb ontzettend leuke projecten gedaan als woordvoerder en heel veel zin om dat de komende periode af te gaan maken."

NIVEAU

Over hun collega's zijn raadsleden minder te spreken. Bijna de helft noemt het lage niveau van de gemeenteraad een van de negatieve aspecten van het raadswerk. Een deel zegt zelfs dat het niveau van de raad te laag is om het raadswerk goed uit te voeren.
Volgens de Leusdense D66-fractievoorzitter Roel Madiol moet een raadslid zijn stukken altijd goed lezen, maar hij erkent dat het raadswerk wel steeds moeilijker is geworden. De dossiers zijn de laatste jaren ingewikkelder geworden door de nieuwe taken die gemeenten kregen; zoals de jeugdzorg.
"Het zijn allemaal onderdelen die vroeger niet bestonden. Toen praatte je over hoe een weg aangelegd moest worden, of ergens bomen mochten staan. Nu is dat anders. Je bent direct betrokken bij het welzijn en de gezondheid van burgers. Dat vraagt veel en veel meer kennis."
Vooral gemeenteraadsleden die in oppositie zitten zijn kritisch, blijkt uit de landelijke cijfers: 45 procent van hen zegt dat er onvoldoende kwaliteit en expertise is in de raad. Bij de raadsleden uit de coalitie is dat 28 procent. Bijna de helft zou dan ook meer scholing willen voor raadsleden. In kleinere gemeenten is die behoefte groter dan in grotere gemeenten.

WERKDRUK

Over de hoge werkdruk zijn raadsleden het minst te spreken. 64 procent van de raadsleden in deze regio noemt het een negatief aspect van de functie. In de kleinste gemeenten besteden ze twaalf uur aan het raadswerk, in een grote stad als Utrecht is het gemiddeld zevenentwintig uur. Het landelijk gemiddelde ligt op zestien uur.
Het raadslidmaatschap combineren met een fulltime baan zorgt ook voor stress. Landelijk gezien noemt 64 procent van de fulltime werkenden werkdruk een negatief aspect, tegenover 48 procent van de raadsleden zonder betaalde baan. Mogelijk speelt de houding van de werkgever daarbij ook rol. Een op de vijf raadsleden in loondienst vindt dat zijn of haar werkgever weinig rekening houdt met hun functie als raadslid.
Madiol kan dat be-amen. Hij stopt na de verkiezingen na 13 jaar als raadslid in Leusden. Hij heeft van zijn tijd genoten, maar erkent dat het voor veel raadsleden vaak passen en meten is, zeker als ze ook nog een gewone baan hebben. "Zie dat maar eens even met je werk te regelen. Een werkgever heeft daar denk ik ook geen oog voor. We werken nu eenmaal op een andere manier."
Raadsleden die na de verkiezingen niet meer beschikbaar zijn noemen de werkdruk ook het vaakst als reden om te stoppen. Agressie en bedreigingen spelen nauwelijks een rol in het land: slechts 3 van de 530 raadsleden die na de verkiezingen stoppen noemen het een belangrijke reden.
Klomps is zich er heel bewust van dat het raadswerk hem veel tijd kost. Volgens de VVD'er is steun van het thuisfront dan ook essentieel. "Als 'thuis' het er niet mee eens is, of het vervelend vindt dat je niet iedere avond op de bank erbij zit, dan heb je echt een probleem en is het gewoon niet vol te houden."

VERGOEDING

Een krappe meerderheid van raadsleden zou graag een hogere vergoeding willen voor het raadswerk. Met name in kleine gemeenten is die wens groot. Omgerekend naar het aantal uren dat ze er aan kwijt zijn krijgen deze raadsleden dan ook de laagste vergoeding. Terwijl in de gemeenten met meer dan veertigduizend inwoners raadsleden ongeveer 20 euro per uur krijgen, is dat bij de kleinste gemeenten minder dan 10 euro.
"Je moet het zeker niet doen voor de vergoeding", zegt Klomps. "Ik denk dat het omgerekend neerkomt op nog geen tien euro netto per uur. Je moet het echt doen omdat je het leuk vindt. De één heeft een hobby, gaat een middag golfen, dan kun je ook geen omzet maken. Ik besteed de tijd graag aan gemeenteraadswerk."
De wens om een hogere vergoeding te krijgen zie je terug bij alle partijen, behalve bij SP-ers: van hen wil slechts 14 procent meer geld. Een hogere beloning zou hen ook niets opleveren, omdat zij dat moeten afdragen aan de partij.

ONDERZOEK

Er zijn ruim 8900 raadsleden in Nederland, verspreid over 380 gemeenten. Ruim 2100 van hen hebben antwoord gegeven op de vragen. De uitkomsten zijn nagenoeg representatief voor leeftijd, geslacht, regionale spreiding en politiek partijen.

Onderzoek: meeste raadsleden willen blijven

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.