Utrecht is dé zzp-stad van het land

Organisatie-adviesbureaus zijn de grootste groeier als het gaat om eenpersoonsbedrijven. Daarna volgen algemene bouwbedrijven, industrieel ontwerpbureaus en webwinkels. Procentueel groeiden de webwinkels met afstand het hardst met een verzevenvoudiging in aantal.

Het aantal Utrechtse eenpitters nam met 135 procent toe, van nog net geen 10.000 in 2007 tot ruim 22.000 in dit jaar. Lin Kiekebosch is één van hen. Ze koos pas een paar maanden geleden voor het ondernemerschap en dat was geen bewuste keuze. "Ik had per ongeluk een klusje op de kop getikt", vertelt ze. "Dus toen heb ik me maar ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Toen dat eenmaal liep ben ik ook acquisitie gaan plegen en meerdere klussen erbij gaan zoeken."

Fulltime ondernemer is de 22-jarige Lin nog niet. Ze werkt ook nog 36 uur per week bij een reclamebureau. Ongeveer acht uur per week gaat naar de pas opgezette zaak. Ze doet marketing- en communicatieklusjes: "Dat kan van alles zijn. Van het uitzetten van de social media-strategie voor een bedrijf tot de Facebookpagina vullen van een klein bedrijfje. Ook schrijf ik nieuwsbrieven en beheer ik websites." En de klussen stromen binnen en dromen doet ze. "Ooit wil ik mijn eigen bureau."

Werken doet ze thuis of bij de klant. Nauwelijks is ze te vinden op een flexwerkplek of in een café waar zelfstandigen onder het genot van een kop koffie of thee lekker kunnen laptoppen. Zo'n café is Koffie & Ik, aan de Vleutenseweg. Daar varen ze wel bij al die ondernemers die Utrecht rijk is. "Zo'n vijftig procent van onze klanten komt bij ons werken", zegt eigenaar Robbie van Luijn. "De helft daarvan is ongeveer zzp'er denk ik. Het is echt de toekomst van de horeca."

Eenpitters zijn dan ook van harte welkom bij Van Luijn, al let hij er wel op of ze niet de hele dag slechts één kopje koffie bestellen. "Het is een kwestie van gastvrijheid. Daar komen mensen voor en ook voor service." Daarom faciliteert hij ook stopcontacten, die in grote mate aanwezig zijn in de zaak en ook van bellen maken ze geen probleem. "Het is gewoon nodig, het is de nieuwe tendens."

Het CBS heeft meer cijfers gepubliceerd over de regionale economie. Daaruit blijkt dat de Nederlandse economie in 2016 met 2,2 procent groeide. Deze groei kwam onder andere door de groei in de bedrijfstakken verhuur van roerende goederen en de bouwnijverheid. De afname van de delfstoffenwinning zorgde voor een drukkend effect op de totale economie.

Ook de werkloosheid is onder de loep genomen. De provincie Zeeland kende net als eerdere jaren de laagste werkloosheid. De toename in de werkgelegenheid was in 2016 vooral te zien in de provincies Noord- en Zuid-Holland, Noord-Brabant en Utrecht. In de provincies Groningen, Zuid-Holland en Flevoland was het percentage werklozen het hoogst.

Vrouwen hadden in 2016 nog steeds minder vaak dan mannen een baan, al is dit verschil volgens het CBS wel afgenomen in de laatste jaren. Vooral in de strook gemeenten die loopt van Zeeland tot aan Overijssel, ook wel de 'bible belt' genoemd, waar relatief veel (streng) protestantse religieuzen wonen, zijn deze verschillen in arbeidsparticipatie van mannen en vrouwen relatief groot.