Wat moet er veranderen om Utrecht bereikbaar te houden?

"Als er op Utrecht CS iets gebeurt, ligt direct het hele land plat."
"Als er op Utrecht CS iets gebeurt, ligt direct het hele land plat." © ANP
UTRECHT - Utrecht groeit. Er zijn steeds meer mensen die in de Domstad willen wonen en werken. De stad slibt dicht, en daarom zijn er maatregelen én een flinke geldinvestering nodig om de stad bereikbaar (en leefbaar) te houden. Efficiënter openbaar vervoer, meer gebruik van deelconcepten en flexibelere werktijden moeten het recept zijn voor een omslag.
Om ervoor te zorgen dat de mobiliteit in Utrecht in 2040 nog voldoet, hebben de gemeente en de provincie Utrecht een rapport opgesteld. Want, zo is de conclusie, "het huidige systeem loopt tegen zijn grenzen aan en volstaat niet om de verwachte groei op een gezonde en duurzame manier op te vangen".
Er is geld nodig: Utrecht vraagt om een miljardeninvestering aan het Rijk om dit te regelen. Maar buiten een flinke som geld, zijn ook andere maatregelen vereist. Daarvoor wil de gemeente intensief samenwerken met de provincie, het rijk, bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke partners.

OPENBAAR VERVOER

Allereerst moet het openbaar vervoer in de 'Metropoolregio Utrecht' op de schop. Volgens gedeputeerde Dennis Straat van de provincie is daar nog een flinke slag te slaan. "Utrecht is de enige stad met maar een echt groot intercitystation, er zijn hier dagelijks meer mensen dan op Schiphol."
Op dit moment maken ongeveer 88 miljoen reizigers en passanten per jaar gebruik van het Centraal Station, dit zal naar verwachting toenemen tot ongeveer 100 miljoen in 2030. Straat: "Dat maakt het ook kwetsbaar: als hier iets gebeurt, ligt gelijk het hele land plat. Als we reizigers die in Utrecht moeten zijn, kunnen omleiden via een ander station dan Utrecht Centraal, zou dat al enorm schelen."
Er zijn op Utrecht Centraal dagelijks meer mensen dan op Schiphol
Dennis Straat, gedeputeerde Provincie Utrecht

LAST MILE

"Het is belangrijk dat bestaande goederen efficiënter benut worden", zegt Martijn Arets, internationaal deelplatformexpert en onderzoeker bij de Universiteit Utrecht. "In de stad zijn heel veel voertuigen onbenut. Veel openbare ruimte gaat op aan parkeerplaatsen. Alles wat je kunt doen om dat efficiënter te benutten, draagt bij aan de bereikbaarheid van de stad."
Arets: "Het is daarom belangrijk dat er een betere verbinding ontstaat tussen platformen, zodat reizigers steeds de meest effectieve verbinding kunnen maken. De grootste uitdaging is de zogeheten 'last mile', bijvoorbeeld het stuk van Centraal Station naar de werkplek. Daar is nog veel winst te behalen en zou het openbaar vervoer een volwaardiger alternatief voor de auto maken."
In het rapport wordt er bijvoorbeeld gekeken naar de mogelijkheden van een tweede intercitystation. Met name station Lunetten zou meer treinreizigers moeten opvangen om zo Utrecht CS te ontzien. Ook wordt het uitbreiden van de verbinding tussen de OV-Terminal en Utrecht Science Park bekeken.

INNOVATIEVE ALTERNATIEVEN

Naast een uitbreiding in het openbaar vervoer, moet er volgens de gemeente en de provincie in de toekomst meer gebruik worden gemaakt van innovatieve alternatieven, zoals deelauto's of -fietsen, zelfrijdende auto's en digitale betaalsystemen.
"Er zijn wel initiatieven, zoals digitaal liften via BlaBlaCar, maar dat werkt niet zo goed in Nederland. De afstanden zijn te klein. En hoewel iedereen reikhalzend uitkijkt naar de komst van de zelfrijdende auto, is dat scenario nog erg ver weg, zeker in de steden. Er zijn teveel voetgangers, fietsers en kleine straatjes, zeker in steden als Utrecht of Amsterdam. Bovendien kun je je afvragen of je die auto überhaupt nog in de stad wil hebben", zegt Arets.
Het scenario van de zelfrijdende auto is - zeker in de stad - nog ver weg
Martijn Arets, deelplatformexpert
Wat volgens hem beter zou werken is samen reizen. "Collega's hebben 's ochtends in ieder geval hetzelfde eindpunt en 's middags hetzelfde vertrekpunt. Met een ontmoedigings- of juist een aanmoedigingsbeleid van hogerop kun je een hoop bereiken."
Ook de gemeente en de provincie zien graag dat werkgevers een belangrijkere rol gaan spelen, door flexibelere werktijden aan te houden en fietsen of reizen met het ov te stimuleren. Dit "stimuleren van ander gedrag" zou minimaal 14.000 spitsmijdingen tussen 2019 en 2023 moeten opleveren.
Het gesprek van de dag: is het hoog tijd om te investeren in de trein, bus en tram?

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.