NVWA, overheden en bedrijfsleven lieten steken vallen in fipronil-zaak
UTRECHT - Bedrijven in de eierketen, de NVWA en de verantwoordelijke ministeries hebben na de fipronil-uitbraak onvoldoende voorrang gegeven aan voedselveiligheid. Dat staat in een onderzoeksrapport dat door commissievoorzitter Winnie Sorgdrager is overhandigd aan minister Bruno Bruins (Volksgezondheid) en minister Carola Schouten (Landbouw).
De in Utrecht gevesitgde Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit heeft niet adequaat gereageerd op signalen over het gebruik van fipronil die zij kreeg in november 2016 en januari 2017. Dit leidde ertoe dat de overtreding van de biocidewetgeving kon voortduren, concludeert de commissie Sorgdrager. Ook was de NVWA onvoldoende voorbereid op incidenten en crises en ontbrak het aan eenduidige communicatie.
Bedrijven in de eierketen maken hun wettelijke verantwoordelijkheid niet waar, staat verder in het onderzoeksrapport. Politiek en bestuur hebben een te beperkte opvatting over hun eigen rol ten aanzien van voedselveiligheid en komen pas in actie als zich een incident of crisis voordoet.
UTRECHT
De fipronil-epidemie sloeg ook in de provincie Utrecht toe. Op zeker twaalf Utrechtse pluimveebedrijven moesten stallen worden gesloten, omdat de giftige stof mogelijk in de eieren was terechtgekomen.
De ministers zijn het eens met de commissie dat zij meer regie moeten nemen op het gebied van voedselveiligheid, bijvoorbeeld om te zorgen dat het bedrijfsleven de zelfregulering versterkt.
''De samenleving moet er op kunnen rekenen dat de overheid eenduidig en adequaat opereert. Vanuit dit uitgangspunt zullen de beide bewindspersonen de rolverdeling analyseren en waar nodig aanscherpen, aanpassen en verduidelijken'', schrijven ze in een reactie.
