Nabil B. twijfelt nog altijd over rol als kroongetuige vanwege veiligheid familie

Volgens B. neemt de staat zijn verantwoordelijkheid niet, terwijl hij dat wel heeft gedaan. Ondertussen lijdt zijn familie grote persoonlijke en financiële schade, zegt B. Zij kunnen niet naar school, niet naar hun werk en ze worden ernstig beperkt in hun leven. Volgens zijn advocaten zijn B.'s familieleden vrijwel permanent op de vlucht.

De staat moet daar iets aan doen, betoogden B. en zijn advocaten vandaag in de zwaarbewaakte extra beveiligde rechtbank Schiphol. Daar was een tussentijdse zitting over de zogenoemde 'vergismoord'. B. is samen met Mohammed R. verdachte in die zaak. Zij worden ervan verdacht dat zij die moord en een tweede verijdelde liquidatie voorbereidden.

Het was ook deze 'vergismoord' die ervoor zorgde dat B. een deal sloot met justitie. Naar eigen zeggen deed hij dat omdat hij werd bedreigd en omdat hij wroeging had. Maar zes dagen nadat het OM bekendmaakte dat er een deal was gesloten met Nabil B., werd B.'s broer Reduan doodgeschoten in zijn bedrijf in Amsterdam.

De advocaat van B. vindt dat de staat blaam treft en dat de veiligheid van B. zijn familie beter geregeld had moeten worden, voordat bekend werd gemaakt dat hij kroongetuige was. Volgens de raadsman was afgesproken dat de deal pas naar buiten zou komen, als de opdrachtgevers van de liquidaties waren aangehouden. Hij zegt dat justitie wist dat de opdrachtgevers geen genade zouden kennen met B. of zijn familie, als hij met de politie zou praten.

De kroongetuige was vandaag niet fysiek aanwezig in de rechtbank toen er gesproken werd over de vergismoord. In plaats daarvan gaf hij via een videoverbinding in vermomming antwoord op vragen. Alleen het OM, de rechters en de advocaten konden hem zien op een videoscherm. B. gaf aan dat hij zelf wel graag aanwezig wilde zijn, maar het OM had besloten dat het niet veilig genoeg was.

Medeverdachte Mohammed R. was wel zelf in de rechtbank. Samen worden ze verdacht van betrokkenheid bij de moord op Hakim Changachi, die in januari 2017 in Utrecht werd geliquideerd. Het bleek een vergissing te zijn: de moordenaars hadden eigenlijk een andere man moeten ombrengen die in dezelfde flat woonde.   

Een paar dagen later werd alsnog geprobeerd deze man van het leven te beroven, maar die poging werd door de politie verijdeld. Volgens het OM waren Mohammed R. en Nabil B. ook bij deze moordpoging betrokken. Nabil B. wees Redouan T. en R.'s broer Saïd aan als opdrachtgevers van deze en een reeks andere liquidaties. Zij worden sindsdien internationaal gezocht.

Een deel van de bewijzen tegen de twee komt uit de zogenoemde PGP-bestanden. Dit zijn telefoongegevens die justitie in handen heeft gekregen. Betrokkenen bij de liquidaties communiceerden volgens het OM door middel van versleutelde telefoons. Maar justitie kreeg toegang tot de berichten en wist ze te ontsleutelen.

Het zou onder meer gaan om berichtenverkeer tussen de toestellen van verdachten Nabil B. en Mohammed R. en hun vermeende opdrachtgevers. Nog niet alle berichten zijn ontsleuteld. Daar wordt de komende tijd nog aan gewerkt. Op 28 september moet daar meer over bekend worden tijdens de volgende pro-formazitting.