Celstraf geëist in kinderpornozaak Soest, verdachte ontkent

© RTV Utrecht
SOEST - Het OM eist vier jaar cel tegen Martijn R. uit Soest, waarvan een jaar voorwaardelijk en een proeftijd van vijf jaar. Hij staat terecht omdat hij in de jaren negentig meerdere keren seksuele handelingen zou hebben verricht met een meisje dat destijds jonger was dan 12. Ook wordt hij beschuldigd van het downloaden en bezit van kinderporno.
Volgens het OM heeft R. een pedofiele stoornis, een narcistische persoonlijkheidsstoornis en is hij verminderd toerekeningsvatbaar. De verdachte doet verder alsof de meest harde kinderporno per ongeluk via een contact in Engeland in zijn bezit kwam. Hij zou er nooit naar hebben gekeken, maar dat gelooft de officier van justitie niet. De officier noemt de verklaringen van het slachtoffer verder geloofwaardig.
R. paste regelmatig op bij de familie van het slachtoffer. Toen de verdachte begin twintig was, werd hij door de moeder van het meisje ook al beschuldigd van pedoseksuele handelingen met haar dochter. Hij ontkende toen, maar gaf later toe met haar 'bloot op bloot te hebben geknuffeld'. Het misbruik zou zijn gestopt toen het slachtoffer zich begon te ontwikkelen als een vrouw, zei de officier van justitie tijdens het requisitoir.
Met de verdenkingen van seksueel misbruik stapte de moeder in 2004 naar de politie. Die kon alleen verder met de zaak als het slachtoffer zelf over het gebeuren zou verklaren, maar de jonge vrouw kon dat toen niet aan.

INHOUDELIJK BEHANDELING

De zaak kwam aan het rollen na een tip van autoriteiten in de Verenigde Staten. Die ontdekten kinderporno in zijn account bij Dropbox, een online opslagplaats voor computerbestanden.
Nadat de zaak naar buiten kwam, meldde zich een vrouw die Martijn R. beschuldigde van seksueel misbruik. Zij was in februari aanwezig tijdens de eerste zitting van de inhoudelijke behandeling. "De zaak werd toen aangehouden voor meer onderzoek en het horen van deskundigen", meldt rechtbankverslaggever Riks Ozinga die in de rechtbank aanwezig is.

ONDERZOEK

Bij aanvang van de zitting van vanochtend kwamen deskundigen aan het woord die R. onderzochten naar aanleiding van het incident begin jaren negentig. R. zou toen meerdere keren seksuele handelingen hebben verricht bij een meisje, dat destijds jonger was dan 12 jaar. De vermeende pedoseksualiteit van de verdachte kan van invloed zijn op de interpretatie van verdenkingen over het bezit van kinderporno.
Volgens een psycholoog en psychiater denkt de verdachte alleen aan zijn eigen welzijn en niet aan dat van anderen. R. wil niet worden behandeld voor een pedofiele stoornis, maar volgens de deskundigen heeft hij juist een zeer intensieve behandeling en groepstherapie nodig. Beide deskundigen zeiden echter een tbs-maatregel een te zwaar middel te vinden.
De verdachte uit Soest liet het rapport aan zijn broer zien. Die schrok enorm toen hij hoorde dat zijn broer een pedofiel zou zijn. "Mijn broer was als een kind onder de kinderen, ik heb hem daarvoor gewaarschuwd."

SLACHTOFFER

Het vermeende slachtoffer van M. vertelde in de rechtszaal jarenlang te hebben getwijfeld of ze het seksueel misbruik zou melden. "Wordt mijn moeder boos, zou ze mij wel geloven? Hij was toch onze beste huisvriend." Ze was dan ook opgelucht toen ze vorig jaar hoorde van de verdenkingen tegen Martijn R.
Maar R. ontkent stellig haar te hebben misbruikt. "Ik verwerp de verklaring van mevrouw volledig. Ik laat mij niet veroordelen voor iets dat ik niet heb gedaan", zei een verontwaardigde R. in de rechtbank. De Soester gaf aan een eventuele veroordeling desnoods te zullen aanvechten bij het Europese Hof.
Ik laat mij niet veroordelen voor iets dat ik niet heb gedaan
Verdachte Martijn R.
Het slachtoffer eist een immateriële schadevergoeding van 3500 euro voor de ingrijpende psychische gevolgen van het misbruik. Volgens haar zijn dit depressies, slapeloosheid, concentratieproblemen en flashbacks naar de gebeurtenis.

VERDEDIGING

Na de eis van het OM kwam de advocaat van R. aan het woord. Volgens hem heeft zijn cliënt nooit seksuele handelingen verricht bij kinderen. "Niet tijdens zijn werk en niet daarbuiten." R. was medewerker van een buitenschoolse opvang in Soest. Het downloaden en het bezit van kinderporno geeft R. wél toe.
De beschuldigingen van seksueel misbruik van een jong meisje zouden het gevolg zijn van een verwrongen herinnering. Voor de beschuldigingen zou geen ander bewijs zijn dan de verklaringen van de vrouw, vindt de verdediging.
Volgens advocaat Lamers staan de verklaringen van zijn cliënt en de aangeefster lijnrecht tegenover elkaar en ontbreekt aanvullend feitelijk bewijs om de een of de ander gelijk te geven.

BEHANDELING

R. zei in de rechtszaal akkoord te gaan met een behandeling. Ook stemde hij in met een verbod om met kinderen te werken of zonder toezicht met kinderen om te gaan.
De advocaat noemde de aanvullende voorwaardelijke gevangenisstraf verder overbodig omdat zijn cliënt wil werken aan zichzelf en de kans op herhaling als laag wordt ingeschat.
"Ieder mens heeft een zwarte pagina en dit is mijn zwarte pagina, het downloaden van plaatjes", zei Martijn R. "Ik heb daar hulp voor nodig en dat pak ik met beide handen aan. Maar ik wil niet worden veroordeeld voor iets dat ik niet heb gedaan."

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.