De stadsvogel is gevlogen in Utrecht

Vooral de bouw gooit roet in het eten voor de vogels. "De stad wordt volgebouwd en daarom is er weinig ruimte voor voedsel en broedplaatsen", legt Marieke Dijksman van de Vogelbescherming uit. "Doordat we bijvoorbeeld huizen beter willen isoleren kunnen zwaluwen geen nesten bouwen onder de dakpannen."

Met als gevolg dat het aantal waargenomen zwaluwen is gedaald met tachtig procent, over de afgelopen 27 jaar. Toch wordt nu pas aan de bel getrokken. "Het is een probleem dat pas kort op de kaart staat", zegt Dijksman. "Pas toen de huismus erg afnam, gingen mensen zich afvragen: 'gaat het eigenlijk wel goed met de vogels in de stad?' en toen kwamen er tellingen."

"Als je bedenkt dat alle tuinen in Nederland bij elkaar 80.000 voetbalvelden zijn, kunnen we die stadsvogels makkelijk helpen," spoort Dijkmans aan. "Gooi wat tegels eruit, zet een struik neer, daar doe je vogels al een heel groot plezier mee." Als voorbeeld voor steden oppert Dijksman het aanbrengen van nestkasten en bij renovatie rekening houden met plekken waar vogels kunnen broeden.

Ook stedelingen zonder tuin kunnen de vogels van dienst zijn. En dat kan verder gaan dan op het balkon een vetbolletje ophangen en een waterbakje neerzetten. "Als je het echt bont wil maken, breng dan een klimop aan op je balkonnetje, daar zijn vogels echt dol op."

Ondanks de afname van het aantal stadsvogels zijn er nog redelijk wat vogels in de stad te zien. "Niet alle vogels die we in de stad zien zijn stadsvogels", geeft Dijksman aan. "Bijvoorbeeld meeuwen. Die zien we veel, maar omdat ze niet in de stad broeden, zijn het geen stadsvogels."

Volgens Dijksman zijn de stadsvogels nog wel te redden, "als iedereen z'n schouders eronder zet." De vogels zullen nooit helemaal verdwijnen uit de stad. "Een beetje de brutale soorten, die doen het wel goed", sluit Dijksman af. "Dan kom je onder andere uit bij de ekster. Niet iedereen z'n favoriet - maar hij is fantastisch als je je erin verdiept."