Utrechtse onderzoeker: dobberende My Little Pony's kans voor de wetenschap
UTRECHT - De My Little Pony's, brokken piepschuim en plastic zijn inmiddels bijna allemaal opgeruimd van de stranden van de Waddeneilanden. Toch drijft er in zee nog een enorme hoeveelheid troep uit de 281 containers die de MSC Zoe vorige week verloor. De ramp is volgens wetenschapper Erik van Sebille van de Universiteit Utrecht een uitgelezen mogelijkheid om onderzoek te doen.
"Het eerste wat ik dacht was: oh wat erg, wat verschrikkelijk dat er weer zoveel plastic bijkomt, zeker in het ecosysteem van de Noordzee die zo bijzonder is. Maar al best snel dacht ik: dit is ook een mooi experiment", aldus Sebille in een gesprek met Nieuws en Co op NPO Radio 1.
Van zo'n 99 procent van al het plastic dat de afgelopen zestig jaar in zee is beland, is onduidelijk waar het uiteindelijk is terechtgekomen. "We weten nog niet zo goed hoe de oceaanstromen werken. We weten niet of het op de zeebodem of op stranden ligt, of het in magen van dieren zit, of dat het is opgegeten door bacteriën."
METEN IS WETEN
"Al het weten, begint bij meten", zegt de wetenschapper. Hij wil daarom de komende tijd zoveel mogelijk gegevens verzamelen over de spullen uit de containers en daar een computersimulatie van maken. Hij wil weten of de spulllen zijn aangespoeld op stranden, of dat ze op de zeebodem zijn beland. Om daarachter te komen wil hij samenwerken met vissers, die de komende tijd waarschijnlijk veel plastic in hun netten zullen vinden.
Al die gegevens wil hij bewaren, zodat die uiteindelijk gebruikt kunnen worden voor wetenschappelijk onderzoek. "Dan kunnen we achterhalen hoe lang het duurt voordat een My Little Pony water maakt en zinkt", vertelt hij enthousiast. "En dan krijgt dit ongeluk met de MSC Zoe misschien nog een zilveren randje."
