Hoogleraar: Jonge kinderen leren niet automatisch een taal maar tweetaligheid kan wel

Archief.
Archief. © ANP
UTRECHT - Kinderen zijn geen 'volautomatische taalsponzen', maar kunnen wel prima meertalig worden opgevoed. Dat zijn de twee belangrijkste punten die Elma Blom mensen wil meegeven tijdens haar eerste openbare optreden als hoogleraar pedagogiek aan de Universiteit Utrecht.
Blom grijpt haar eerste optreden als hoogleraar deze week aan om een paar mythes ontkrachten over de taalontwikkeling bij hele jonge kinderen in Nederland.
Zo leren niet alle jonge kinderen uit zichzelf een moedertaal, aldus de kersverse hoogleraar. Er is een groep die, ook al horen ze de moedertaal vaak genoeg, toch de taal niet onder de knie krijgt. "Bij een aanzienlijk deel van de kinderen verloopt de taalontwikkeling namelijk helemaal niet voorspoedig", zegt Blom over deze kinderen met een taalontwikkelingsstoornis. "Voor hen is taalleren, zonder dat daar een duidelijk aanwijsbare oorzaak voor is, extreem moeilijk."

TWEETALIG

De hoogleraar heeft ook goed nieuws. Volgens haar zijn kinderen juist weer beter in het tegelijkertijd leren van meerdere talen dan nu wordt gedacht. Het idee is vaak dat als een kind thuis twee talen hoort dit leidt tot slechtere scores bij taaltesten.
Maar het gaat volgens Blom juist om hoe vaak een kind geconfronteerd wordt met een taal: vaker een taal spreken en horen, leidt tot betere scores. En een kind dat thuis maar één taal spreekt, hoort die taal vaker. "Je moet ook bedenken: die kinderen leren twee talen, niet alleen het Nederlands. En er moet wel aandacht zijn voor die andere taal."
Blom: "Er zijn studies waarin geconcludeerd wordt dat meertalige kinderen lager scoren op diverse taaltesten. Maar ook hierin is taalaanbod bepalend voor de mate waarin kinderen een taal leren. Niet meertaligheid, maar minder taalaanbod leidt ertoe dat meertalige kinderen in één taal minder taalvaardig kunnen zijn dan hun eentalige leeftijdsgenootjes."
PAPOEA-NIEUW-GUINEA
En wat die meertaligheid betreft, hebben kinderen die moeten schakelen tussen het Nederlands en het Arabisch of het Fries het nog makkelijk. Het kan volgens Blom altijd erger: "In Papoea-Nieuw-Guinea leren kinderen zelfs vier of vijf talen parallel. Er is geen enkele aanwijzing dat die kinderen problemen ondervinden door hun meertaligheid. Integendeel, als ze eentalig zouden zijn, zouden ze zich sociaal niet kunnen handhaven."

MINDER ZORGEN

Volgens Blom is het daarom tijd om de aandacht te vestigen op de juiste zaken: "De vroege taalontwikkeling moet wat meer op de kaart komen te staan. Daar zouden we ons iets meer zorgen moeten maken. En we zouden ons soms iets minder zorgen moeten maken over de meertalige kinderen, en daar meer denken in de kansen die er liggen. Al die meertalige kinderen, dat is ook het kapitaal dat we hebben."

ORATIE

Blom heeft een achtergrond als taalwetenschapper en werkt sinds kort als hoogleraar sociale wetenschappen aan de Universiteit Utrecht. De uitlatingen over taal maken deel uit van haar eerste openbare optreden als hoogleraar, oftewel haar oratie. Die zal zij vrijdag om 16.15 uur uitspreken in de aula van het Utrechtse Academiegebouw.

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.