Meer deelnemers dan ooit voor Nationale Tuinvogeltelling

Na de huismus werden de koolmees en de vink het meest geteld. De merel staat op de vierde plek, en lijkt zich daarmee te herstellen van het zogenaamde usutu-virus. "Maar in de zuidelijke en oostelijke provincies is de achteruitgang van het aantal merels nog duidelijk te zien", aldus de Vogelbescherming.

Tijdens de Tuinvogeltelling van vorig jaar duikelde de merel voor het eerst sinds de start van de Tuinvogeltelling uit de top 3. Dit jaar lijkt de merel zich daarvan licht te herstellen. "Toch kan de hogere plek van de merel wellicht wat vertekend zijn door de sneeuw van de afgelopen paar dagen, waardoor de vogels naar tuinen toe komen om voedsel te zoeken."

Net als eerdere jaren werd de huismus het vaakst gezien. In minder dan de helft van de tuinen werd het beestje waargenomen, maar omdat mussen in groepen leven zijn ze qua absolute aantallen het vaakst gezien.

Nummer twee werd de koolmees en drie de vink. Nog niet eerder eindigde de vink zo hoog. Omdat vinken hun voedsel op de grond zoeken zijn ze door de sneeuw van de afgelopen dagen in grote aantallen naar de tuinen getrokken, wat terug te zien is in de Tuinvogeltelling.

Deelnemers kunnen tot maandag 29 januari 12.00 uur hun telling insturen. Dit is de voorlopige top-10 van zondagmiddag.

1 Huismus
2 Koolmees
3 Vink
4 Merel
5 Pimpelmees
6 Kauw
7 Turkse tortel
8 Houtduif
9 Roodborst
10 Ekster