OM eist celstraffen voor oplichtersbende 'die doet denken aan Ocean's Eleven'

De officier van justitie (OvJ) ziet Nieuwegeiners Bob van D. en Toma D. als spil in de organisatie. Het OM beschuldigt de vijf er ook van dat ze samen een criminele organisatie vormden. Ze werden door de politie maandenlang gevolgd en afgeluisterd voordat ze werden aangehouden.

Toma D. had volgens het OM een leidende rol binnen de oplichtersbende. Hij had tien miljoen euro in vals geld, dat werd gebruikt om vastgoedverkopers op te lichten. Tegen hem werd vijf jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf geëist. Hij zou drie ton aan criminele winst moeten terugbetalen.

Tegen Bob van D. is vijftig maanden cel geëist. Ook hij had een leidende rol en is eerder voor oplichting veroordeeld. Van D. moet ruim 130.000 euro terugbetalen. Evenals zijn vrouw, tegen wie het OM tien maanden cel eist, waarvan twee voorwaardelijk. Tegen de ex van Toma D., Sasha H., is achttien maanden cel geëist, waarvan zes voorwaardelijk. Zij moet 240.000 euro terugbetalen. De vrouw zou schuldig zijn aan witwassen en opslag en beheer van vals geld. 

Oud-bedrijfsmanager F.K. uit Almere wordt gezien als uitvoerder van de oplichtingstrucs van de anderen. Hij hoorde  acht maanden gevangenisstraf tegen zich eisen. K. was commercieel directeur van bedrijven in Nederland, Indonesië en Singapore. Hij zegt zelf dat hij dacht dat hij legale werkzaamheden verrichte, maar ook hij gebruikte valse namen. K. is de enige tegen wie geen ontnemingsvordering is ingediend.

Om aan te geven hoe geraffineerd ze te werk gingen, maakte de officier van justitie in de rechtbank eerder een vergelijking met de beroemde filmreeks Ocean's Eleven. Ze zouden met gebruik van valse identiteiten panden in het buitenland hebben gekocht. De betaling zou deels met zwart geld en vals geld zijn gedaan. Bij een van de verdachten is voor tien miljoen euro aan valse biljetten gevonden: euro's, Zwitserse franken, en Britse ponden.

De mannen in het gezelschap blijken hardleers. Zij zijn al eerder wegens oplichting veroordeeld geweest tot gevangenisstraffen, twee van hen ook in Duitsland. De officier van justitie vindt dit reden om een zwaardere straf te eisen.

Volgens de verdediging bestaat een groot deel van de verdenkingen uit aannames en is voor veel beschuldigingen onvoldoende bewijs. Zo zou de criminele winst van Bob van D. veel te hoog worden ingeschat en zou zijn vrouw zich van geen kwaad bewust zijn geweest. Het valse geld van Toma D. zou er overduidelijk  als nepgeld hebben uitgezien en was volgens de verdachte voor het informele Roma-betaalverkeer bedoeld en niet voor zwendel.     

De advocaten vroegen daarom voor meerdere verdachten vrijspraak en voor andere om lagere straffen. De officier van justitie geloofde echter niets van het verweer en bleef bij zijn oorspronkelijke eis.

Omdat het een ingewikkelde zaak is en de rechters de boekhouding van de verdachten grondig willen bestuderen, laat het vonnis langer dan gebruikelijk op zich wachten. Op 11 april doet de rechtbank uitspraak over de hoofdverdenkingen: oplichting, witwaspraktijken, deelname aan criminele organisatie, bezit vals en drugsbezit. Over de geëiste ontneming van tonnen aan criminele winst volgt 9 mei pas de uitspraak.