Debatteren in de boksring: worden boeren de dupe van maatregelen tegen bodemdaling?
PROVINCIE UTRECHT - Wat moet er gebeuren om bodemdaling tegen te gaan? Dat is een vraag die politici in aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen bezighoudt. Sommige partijen vinden dat het waterpeil verhoogd moet worden, óók als dat ten koste gaat van de landbouw. Een maatregel die bij boeren juist in het verkeerde keelgat schiet.
In het programma UVandaag van RTV Utrecht discussieerden Elly Broere van de PVV en Erik Strandstra van de Partij voor de Dieren over dit onderwerp. Waar het beschermen van de natuurwaarden door het verhogen van het waterpeil voor PvdD prioriteit heeft, vindt de PVV dat de polder een kenmerkend onderdeel is van het Nederlandse landschap. "Vruchtbare landbouwgrond zet je niet onder water", aldus Broere.
Ook aan tafel zat boer Jaco de Groot. "Natuurlijk is het belangrijk dat de CO2-uitstoot verminderd wordt, maar als je het waterpeil verhoogt, kunnen er geen koeien meer staan. En die zorgen er juist voor dat het gras gegeten wordt en de grond wordt dicht getrapt. Daardoor ontstaat er een soort deken over de potgrond, wat daardoor niet kan verbranden. Dat voorkomt juist extra uitstoot."
Uit de voorlopige resultaten van het Utrechtse Kieskompas bleek vanochtend al dat Utrechters weinig moeite hebben met het opofferen van landbouwgrond als dit betekent dat het bodemverzakkingen tegengaat. Gevraagd of ze het erg zouden vinden om het waterpeil te verhogen om bodemverzakkingen te voorkomen, ook als dit ten koste gaat van landbouwgrond, is iets meer dan de helft (53,2 procent) in meer of mindere mate voor.
Toch ligt dat gevoelig bij boeren. Als je bijvoorbeeld een weiland onder water zet, wat partijen als D66 of Partij voor de Dieren willen, dan kun je daar geen koeien meer laten grazen. De boeren vragen zich af: wie levert dan ons eten? En hoe verdienen wij dan nog onze boterham?
De volledige discussie in UKiest ziet u hier terug
