Slachtofferhulp over schietpartij: praat erover met je kind

© RTV Utrecht / Peter Knieriem
UTRECHT - Na de schietpartij op het 24 Oktoberplein in Utrecht kwamen bij Slachtofferhulp veel vragen van ouders binnen. Want hoe vertel je zoiets aan de kinderen? Het advies: "Poets het niet weg."
Direct na de schietpartij werd Slachtofferhulp Nederland ingeschakeld om mensen bij te staan. Ook burgemeester Jan Van Zanen wees het publiek op die mogelijkheid. De afgelopen dagen is Slachtofferhulp aanwezig geweest in buurthuizen en kregen ze veel telefoontjes. Er belden mensen die getuige waren, maar vooral ook veel ouders, scholen en sportclubs.
Psychotrauma-therapeut Riëtte Mellink raadt hen aan vooral niet te zwijgen over de gebeurtenissen. "Poets het niet weg. Het is gebeurd dus praat er met je kind over. Vertel ze dat zo'n gebeurtenis gelukkig een uitzondering is, want je wilt niet het gevoel van veiligheid van je kind doorbreken. Vertel ze daarom ook dat de politie die man gepakt heeft."
Dan kan al bij heel jonge kinderen; die hebben immers ook meegekregen dat er iets vreemds aan de hand was. "Ik zou ook met hele jonge kinderen al praten, ook al zeggen ze er zelf niets over", aldus Mellink. "Hele jonge kinderen krijgen veel meer mee dan we denken. Bovendien hebben peuters heel veel fantasie. Het is belangrijk om ze te vertellen dat er even een gekke man was, dat dat bijna nooit voorkomt en dat de politie het heeft opgelost en dat het veilig is."

ECHTE WERK

Slachtofferhulp kan niet vertellen hoeveel telefoontjes en hulpvragen er waren - "Het was zo druk dat we niet aan een telling toegekomen zijn"- maar ze verwachten wel dat de komende dagen zich nog meer mensen zullen melden. Rosa Jansen, bestuursvoorzitter van Slachtofferhulp, zegt dat "het echte werk" voor hen nu pas begint. "In de eerste dagen komt de eerste reactie, maar de eerste dag was ook een dag waarin Utrecht veel binnengezeten heeft. Er was veel onzekerheid. We hadden meer het idee dat de eerste dag heel veel aan opsporing en terrorisme werd gedacht en vandaag pas mensen aan zichzelf toegekomen zijn."
Jansen: "Ik kwam vandaag zelf een paar mensen tegen toen ik ter plekke was die zeiden: ik weet niet helemaal wat ik moet denken, ik was erbij, maar kon het eigenlijk nog niet geloven. Als het dan begint in te dalen helpt het om er met andere mensen over te spreken, zeker met onze medewerkers. Er is duidelijk een verschil met eergisteren en ik denk ook nog wel dat dat kan doorlopen. Wij beginnen nu ook pas met het echte werk, met de casemanagers die zijn gekoppeld aan de nabestaanden en de gewonden. Die zullen waarschijnlijk langdurig hulp nodig hebben."

GERICHTE HULPVERLENING

Slachtofferhulp gaat vanaf nu aan de slag met gerichte hulpverlening, zegt Jansen. "Eerste opvang is hart laten luchten, adviezen meegeven. In de komende periode krijg je mensen die er echt last van blijven houden. Die hebben we de instructie meegeven: hou zelf komende dagen in de gaten en bel ons op het moment dat er wat verandert."
Volgens Riëtte Mellink is het daarbij vooral van belang te bedenken dat "het normaal is dat je last hebt van de gebeurtenissen". "Die mensen hebben echt beelden gezien, het is normaal dat die daar een tijdje last van hebben. Dat de beelden zich blijven opdringen, dat je nare dromen hebt, dat je aan je lijf voelt dat je de tram niet meer in wilt. Je kunt last van je concentratie krijgen. Getuigen van de gebeurtenissen gisteren hoeven niet per se hulp te zoeken. Want negen van de tien mensen houdt er niets aan over. Het is slim om een middenweg te vinden tussen praten erover en afleiding zoeken. Realiseer je dat het normaal is om er nog even last van te hebben."
Agenten bij de herdenkingsplek op het 24 Oktoberplein
Agenten bij de herdenkingsplek op het 24 Oktoberplein © RTV Utrecht / Erwin Raasveld

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.