Steeds meer sportclubs rookvrij: ''het begon ooit in Abcoude en nu gaat het hard''

Het gaat de goede kant op met het rookvrij maken van sportclubs, zegt Mara van Dooremaal van de Hartstichting. Dat komt doordat bonden en gemeenten zich ervoor inzetten, maar er is ook meer draagvlak. ''84 procent van de Nederlanders wil dat sportterreinen waar kinderen komen, rookvrij zijn. Steeds meer mensen willen zich inzetten voor een rookvrije generatie.''

Het gaat hard. Drie jaar geleden begon het met tien sportclubs waar niet gerookt mocht worden, nu zijn het er in Nederland meer dan duizend. Bijna 400 voetbalclubs in Nederland zijn inmiddels geheel of gedeeltelijk rookvrij, maar hockey neemt relatief gezien het voortouw: meer dan de helft van alle hockeyclubs hanteert een rookverbod.

Hoe het komt dat hockey vooroploopt is niet eenvoudig te verklaren, zegt Van Dooremaal. ''Er zijn minder hockeyclubs dan voetbalclubs; daardoor ontstaat sneller een vliegwieleffect. Clubs komen bij elkaar op bezoek, zien dat er een rookvrij beleid is en gaan dat volgen. Al zegt de hockeybond dat mensen bij hockeyclubs ook veel bezig zijn met maatschappelijke onderwerpen.''

De meeste rookvrije sportclubs bevinden zich in Zuid-Holland, Noord-Holland en Gelderland, maar ook de provincie Utrecht kan op dit vlak bogen op een wapenfeit. ''De eerste sportclub die rookvrij werd, zit in deze provincie: hockeyvereniging Abcoude.''

Het moet niet alleen van de sportclubs komen om het ideaal van een rookvrije generatie dichterbij te brengen, zegt Van Dooremaal van de Hartstichting. ''In het Preventieakkoord dat nog door de Kamer moet, staan heel veel maatregelen. Als ik nu bij de kassa wil afrekenen zie ik een hele wand met pakjes. We willen dat dat minder zichtbaar wordt.''