Boeren pachten grond van Staatsbosbeheer om biodiversiteit te stimuleren: "Het is een win-winsituatie"
PROVINCIE UTRECHT - Twee boeren in de provincie Utrecht gaan een langjarige samenwerking aan met Staatsbosbeheer voor de pacht van natuurgebieden. Dat staat in plannen die het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vandaag heeft gepresenteerd. Melkveehouders Henriette en Arie van Oosterom in het Woerdense Verlaat en veehouder Willem van de Linde in Tienhoven bij Maarssen helpen Staatsbosbeheer om de biodiversiteit te stimuleren, terwijl ze toch rendabel kunnen blijven.
Ze kunnen het land pachten als onderdeel van een project van Staatsbosbeheer en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit waarin Nederlandse boeren duurzamer moeten werken. Het doel is om boeren te helpen om de overstap naar natuurinclusief boeren te maken: "Het plan is om totaal 40 boeren te vinden die nu intensief boeren en die we met onze grond biologischer kunnen laten boeren. Als een boer wil overstappen naar biologisch boeren heeft het daar meer grond voor nodig. Simpelweg omdat de koeien dan bijvoorbeeld meer ruimte moeten hebben. Grond is duur en daar kunnen wij bij helpen door grond te pachten aan de boeren. Het voordeel voor Staatsbosbeheer zit 'm erin dat de intensief gebruikte landbouwgrond van de boer met deze constructie extensiever wordt en dus beter voor de natuur", vertelt Marcel van Dun, woordvoerder van Staatsbosbeheer.
WIN-WINSITUATIE
Volgens van Dun is de overstap naar biologische boeren nu vaak nog lastig omdat het lastig is voor boeren om rendabel te blijven: "Stel je bent een intensieve boer en je wilt overstappen naar een biologische bedrijf, dan moet je vaak veel koeien wegdoen vanwege een tekort aan ruimte. Hiermee komt de boterham van de boer in gevaar. Met dit project willen we de boeren ruimte geven door ze onze grond te laten pachten waardoor het aantal koeien gelijk kan blijven. De intensief gebruikte gebieden worden dan ook biologische weides waar de koeien gaan grazen. Zo worden er ook minder bestrijdingsmiddelen gebruikt die weer een impuls geven aan de natuur. Het is een win-winsituatie."
Volgens van Dun is de overstap naar biologische boeren nu vaak nog lastig omdat het lastig is voor boeren om rendabel te blijven: "Stel je bent een intensieve boer en je wilt overstappen naar een biologische bedrijf, dan moet je vaak veel koeien wegdoen vanwege een tekort aan ruimte. Hiermee komt de boterham van de boer in gevaar. Met dit project willen we de boeren ruimte geven door ze onze grond te laten pachten waardoor het aantal koeien gelijk kan blijven. De intensief gebruikte gebieden worden dan ook biologische weides waar de koeien gaan grazen. Zo worden er ook minder bestrijdingsmiddelen gebruikt die weer een impuls geven aan de natuur. Het is een win-winsituatie."
Toch blijkt het vinden van geschikte boeren een hele zoektocht. "Het is zoeken en puzzelen om boeren te vinden die naast geschikte en beschikbare grond van Staatsbosbeheer wonen. Ook zitten boeren vaak vast in een systeem om erg intensief te produceren. Het is een hele omslag en vraagt een andere manier van denken en ook de nodige bureaucratie. We willen door het project ook aan andere boeren laten zien dat het mogelijk is om over te schakelen naar meer natuurinclusieve landbouw."
Naast de twee Utrechtse boeren doet ook veehouders Jessica en Maurits Tepper uit Drenthe mee.
