Meer bijen in de lucht maakt nog geen zomer

© Ab Donker
LEUSDEN - Er zijn meer en meer waarnemingen van zwermende bijenvolken. Grote groepen zoemende bijen die op zoek zijn naar een nieuwe plek om te wonen. Toch betekent dat niet dat het goed gaat met de bij; er zijn gewoon meer biologische imkers.
Normaal zijn er elk jaar in mei een paar weken dat er bijenzwermen gezien worden. Dat is een natuurlijk verschijnsel: zo planten bijenvolken zich voort. Maar nu worden er al maanden zwermen gezien en het is nog niet over. Imker Nico Teseling uit Leusden ving deze week nog een flinke zwerm "op een tennisbaan waar net een paar kleine jongentjes aan het tennissen waren." Voor de veiligheid hangt het bijenvolk, dat oorspronkelijk uit Amersfoort kwam, nu even in zijn schuurtje.

NEGENDUIZEND

Zo'n zwerm onstaat als in een bijenvolk een nieuwe koningin komt. Die neemt de helft van het volk mee en gaat op pad, op zoek naar een nieuwe plek. Voorheen probeerden imkers die zwermen altijd te voorkomen, omdat een zwerm overlast zou kunnen opleveren.
Maar nu zijn er steeds meer imkers, en daarbij ook veel meer imkers die de bijen op biologische manier beheren. Daarbij laten ze de bijen zelf uitzoeken of en wanneer ze willen zwermen. "Er zijn nu negenduizend imkers in Nederland; die hebben één, twee, drie of vier volkjes. Als er daarvan eentje gaat zwermen, dan heb je dus negenduizend zwermen."
Met al die bijen in de lucht zou je kunnen denken dat het dus goed gaat met de bij, maar dat valt tegen, zegt Sonne Copijn van de Bee Foundation. "We hebben het hier over de honingbij, die doen wat ze moeten doen; ze planten zich voort. En daarna gaan ze zwermen. Maar voor de wilde bij zijn er nog steeds te weinig bloemen in het Nederlandse landschap."
Als er te weinig aanbod is, zitten de honingbij en de wilde bij elkaar soms ook in de weg. "Daarom moet de biodiversiteit ook beter", zegt Teseling. "Ik vind dat de verantwoordelijkheid ligt bij de gemeenten, natuurbeheerders en de bijenvereniging. Die moeten zorgen dat er meer bloemen komen, dat de bijen geen honger hoeven te lijden."

BLOEMARMOEDE

Copijn ziet ook nog een belangrijke rol weggelegd voor de boeren. Het agrarisch landschap is volgens haar "een groene woestijn, met een enorme bloemarmoede". "Zelfs nu vind je in de weides geen klaver, die weilanden bestaan uit industriegras. Daar hebben met name de hommels heel veel last van".
"Er zijn nu negenduizend imkers in Nederland"
"Het agrarisch landschap is een groene woestijn"

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.