New York Times loopt mee met scouts in Austerlitz en verbaast zich over 'droppings'

Archief.
Archief. © RTV Utrecht
AUSTERLITZ - Jonge kinderen alleen achterlaten in een donker bos en zelf de weg terug laten vinden naar het kamp. In Nederland kennen we dit als 'droppings', een in onze ogen onschuldig fenomeen om de zelfstandigheid te bevorderen. En het is ook nog eens hartstikke spannend. Maar Amerikanen kijken er toch anders naar, getuige een artikel in The New York Times waarin de Hollandse zomertraditie uitvoerig wordt besproken.
Journaliste Ellen Barry mocht meelopen met scouts in Austerlitz. In haar reportage noemt ze de droppings "een eigenaardige Nederlandse zomertraditie". "Groepen kinderen, vaak nog geen tieners, worden achtergelaten in een bos en het de bedoeling is dat ze hun weg terugvinden naar het kamp. Het is de bedoeling dat dat lastig is en ze komen dan vaak ook pas tussen 2 en 3 uur 's nachts terug."
Het is typisch voor de Nederlandse manier van opvoeden, concludeert de schrijfster. "Niet te veel afhankelijk zijn van volwassenen." Droppings zijn volgens Barry een extreme toepassing van dit principe. Tot in detail beschrijft ze hoe spannend de dropping is. Ook laat ze een scoutingsleider aan het woord die ooit door de politie werd staande gehouden met vier geblinddoekte kinderen op de achterbank. Hij mocht gewoon doorrijden.
Het stuk in de New York Times wordt op sociale media flink op de hak genomen. Door Nederlanders welteverstaan.
Ook Scouting Nederland heeft het stuk gelezen.

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.