Wachttijd sociale huurmarkt bereikt recordhoogte: 'Het is buiten proporties'

© Pixabay
UTRECHT - Negen tot twaalf jaar, zo lang moet je in de regio Utrecht gemiddeld wachten op een sociale huurwoning. Dat is een recordhoogte. De sociale huurmarkt zit muurvast. Wachttijden lopen steeds verder op omdat er te weinig gebouwd wordt. Dat laat het Regioplatform Woningcorporaties Utrecht (RWU) weten, dat onderzoek deed en vandaag de uitkomsten presenteerde.
Volgens het RWU wordt het voorlopig ook nog niet beter. Er zijn te weinig geschikte bouwlocaties en bovendien moeten de woningcorporaties steeds meer heffing betalen. Momenteel betalen zij per jaar drie maandhuren per woning aan de landelijke overheid. Dat bedrag blijft stijgen, terwijl de huurbedragen van de sociale woningen dat niet doen.
Het is in elk geval maatschappelijk niet meer te accepteren dat we tegen deze wachttijden aanlopen
Hans van Harten

LANGE WACHTTIJDEN

Het wordt daardoor voor de woningcorporaties steeds minder lonend om te investeren in de sociale huurmarkt, maar de wil is er wel. De wachttijden lopen namelijk op. Via Woningnet, een website waarop alle sociale huurwoningen in Utrecht worden aangeboden, is de gemiddelde wachttijd duidelijk te zien. Inmiddels bedraagt dat voor doorstromers gemiddeld 11,7 jaar. Voor starters ligt de wachttijd op 9,2 jaar. Dat is nog nooit zo hoog geweest.
"Dat is natuurlijk buiten proporties", zegt Hans van Harten, secretaris bij het RWU. Zijn organisatie trekt aan de bel, er moet iets veranderen. En de beste stap om mee te beginnen, is meer bouwen, volgens Van Harten. "De provincie bepaalt waar in de regio gebouwd mag worden. Dat is vooral binnenstedelijk, want we moeten logischerwijs zuinig zijn op ons landschap en groen. Maar bouwen in de stad is ook gecompliceerd. Dat kan komen omdat je bijvoorbeeld te maken hebt met omwonenden die bezwaar aantekenen of misschien moet er wel bodemsanering plaatsvinden. Het kan van alles zijn, maar daardoor duurt het altijd veel langer dan men van tevoren denkt. De nood is nu zo hoog dat er dus echt naar alternatieven gekeken moet worden."
Met alternatieven doelt Van Harten op plekken aan de rand van de stad of grotere locaties daarbuiten. "Zonder die plekken gaan we mensen echt niet snel aan een woning krijgen."
De politiek moet nu besluiten, en dat vergt moed
Hans van Harten

DRUPPEL OP GLOEIENDE PLAAT

Kantoorpanden ombouwen is volgens Van Harten wel een goed idee, maar ook dat is tegenwoordig wat lastig. "De economie is weer aangetrokken, kantoorpanden stijgen daardoor meer in waarde en worden nu ook vaker gebruikt voor hun oorspronkelijke functie", legt Van Harten uit. "Daardoor wordt het duurder om die te transformeren. Het blijft wel een optie maar het gaat dan om relatief kleine aantallen aan woningen en dus is het slechts een druppel op een gloeiende plaat, hoe nuttig op zichzelf ook."

POLDER RIJNENBURG

Recent was er nog commotie over de bestemmingsplannen van de polder Rijnenburg en Reijerscop. De gemeente Utrecht wil die voorlopig inrichten als energielandschap. Er zouden zo'n elf windmolens en 227,5 hectare aan zonnepaneelvelden in de polders moeten komen. Pas in 2030 moet er worden gebouwd.
De plannen rond de polders houden de gemoederen bezig. Binnen de Utrechtse politiek, bij omwonenden en bij buurgemeenten bestaan nog altijd grote bezwaren tegen de plaatsing van windmolens en zonnepanelen.
Het Utrechtse D66 ziet het liefste minder windmolens en meer woningen. Ook de gemeente Woerden, Nieuwegein en IJsselstein zijn tegen het plan van de windturbines.

POLITIEKE MOED

Voor Van Harten is het duidelijk: de politiek moet nu echt keuzes maken. "De Utrechtse regio is niet heel groot en er is beperkte ruimte", legt hij uit. "Dan is natuur belangrijk, maar ook bouwen, landbouw, toerisme, windenergie; er zijn zo veel partijen die de ruimte willen gebruiken. Wat boven wat gaat, moet de politiek besluiten."
"En dat vergt moed", vervolgt hij. "Als je alleen inzet op groen en landschap dan betekent het dat je mensen langer laat wachten op de woningmarkt. Wij zeggen: mensen die al langer dan tien jaar wachten op een woning, dat kan echt niet."
De sociale huurwoningen in deze regio groeien maar mondjesmaat. De laatste drie jaar zijn er zo'n 1500 huurwoningen bijgekomen, maar eigenlijk zou dit jaarlijks het geval moeten zijn om de groeiende behoefte enigszins op te vangen. In 2018 werden 771 nieuwe woningen gebouwd, nog niet de helft van wat nodig is.
Van Harten constateert dat zowel de provincie als de gemeente steeds meer de urgentie van het probleem inzien. "Alle partijen willen heel graag bouwen, maar het is een lastige puzzel die dan gelegd moet worden. Maar hoe langer je wacht, hoe scherper de keuzes worden. Het is in elk geval maatschappelijk niet meer te accepteren dat we tegen deze wachttijden aanlopen."

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.