ProRail: tekort aan stroom op het spoor

De bovenleiding van het spoor wordt deels gevoed met stroom via onderstations. Volgens ProRail zijn er ongeveer 250 van in Nederland. Op drukke trajecten staan ze om de drie kilometer, op de minder bereden tracés om de 14 kilometer.

Omdat de NS de komende jaren meer maar ook langere treinen wil inzetten - om het groeiende aantal reizigers het hoofd te bieden - zijn er volgens ProRail meer of grotere transformatoren nodig. Ook moeten kabels langs het spoor vervangen worden.

ProRail concludeert na een inventarisatie dat er zo'n zestig knelpunten zijn als het gaat om de stroomvoorziening. Waar die knooppunten exact zijn, is niet bekendgemaakt, maar volgens een woordvoerder speelt het stroomtekort op vrijwel alle trajecten waar in de toekomst meer, langere en nieuwe treinen moeten gaan rijden.

Zonder extra maatregelen kan de spanning op de bovenleiding zo inzakken, dat treinen langzamer gaan rijden of zelfs stil komen te staan. Een andere uitdaging is volgens ProRail dat vervoerders met nieuwe treinen gaan rijden die bij het optrekken zoveel stroom vragen, dat de 'stoppenkasten' langs het spoor daar niet altijd op berekend zijn.

De NS pleitte eerder deze maand al voor extra geld voor ProRail zodat knelpunten in de infrastructuur aangepakt kunnen worden.

Volgens een woordvoerder van het ministerie van Infrastructuur wordt er fors geïnvesteerd in het spoor en maakt de aanpak van het stroomtekort hier onderdeel van uit. In het regeerakkoord staat ook dat de extra middelen onder meer worden ingezet voor de voorfinanciering van de overschakeling van 1500 naar 3000 volt bovenleidingspanning.