Frietje / patatje viert 150ste verjaardag in Nederland

Patat, of friet zoals de zoute aardappelsnack beneden de rivieren vaak wordt genoemd, werd in 1868 / 1869 voor het eerst binnen onze landgrenzen verkocht. Op de kermis van Breda en tijdens een internationale expo in Amsterdam ging het als "pommes de terre frites" over de toonbank. De gefrituurde reepjes aardappel waren toen al tientallen jaren in België en Frankrijk bekend.

Inmiddels is het krokante bijgerecht niet meer weg te denken uit de Nederlandse restaurants en supermarkten. "Mensen eten gemiddeld zo'n veertig tot vijftig keer per jaar friet", zegt Zuiderveld. "Dat betekent dat er landelijk op jaarbasis zo'n 1,2 tot 1,4 miljard porties van 180 gram worden gegeten." Toch daalt de consumptie van patat licht, vermoedelijk door het grotere aanbod aan ander afhaalvoedsel.

De termen friet en patat worden in Nederland door elkaar gebruikt. Op sociale media wordt door #teampatat en #teamfriet vasthoudend gediscussieerd over welke benaming correct is. Volgens Zuiderveld is het niet nodig om daarover kampen te vormen. "Friet betekent niets meer dan 'baksel' en patat komt van 'patates frites', dus gefrituurde aardappel. Vooral waar men carnaval viert zegt men friet. Boven de rivieren spreekt men vaak van patat, omdat ze in het noorden toch wat meer Angelsaksisch zijn aangelegd."

Op het Frituurwereld Event in Houten is er niet alleen aandacht voor het jubileum van de Nederlandse patates frites. Het Nederlands Frituurcentrum presenteert de eerste editie van de Nationale Smulgids, zet frituurspecialisten met bijzondere predicaten in het zonnetje en geeft nuttige tips, zoals hoe snackbareigenaren kunnen omgaan met overvallen.