In 1944 opgepakte ambtenaren Leersum herdacht:

LEERSUM - Het is geen groot gezelschap, maar de strakke blikken en de grote bloemenkrans maken indruk. Het zijn nabestaanden en een aantal belangstellenden die een groep ambtenaren herdenken die op 3 oktober 1944 door de SS werden opgepakt. Eén van de slachtoffers is de dan 48-jarige Aart Johannes Bos, ambtenaar bij de toenmalige gemeente Leersum.
Herdenking weggevoerde ambtenaren Leersum
De krans wordt gelegd bij het oude gemeentehuis, tegenwoordig een onderkomen voor ouderen. Aan de zijgevel hangt een steen die als dank door het 10e Regiment Infanterie na de oorlog aan de inwoners werd geschonken. In het dorp werden aan het begin van de Tweede Wereldoorlog gemobiliseerde soldaten gehuisvest. De Grebbelinie lag hier dicht in de buurt.
Teuntje Bos-Cornelisse en Aart Johannes Bos
Teuntje Bos-Cornelisse en Aart Johannes Bos © Privéfoto Herman van Eenbergen

REPRESAILLE

Aan de voorzijde van het pand staat een ander monument dat meer in het oog springt. Een kruis met aan weerszijden de namen van verzetsmensen uit het dorp en de naam van vier ambtenaren. Zij regelden op kleine schaal valse persoonsbewijzen. Toen NSB-burgemeester Van der Beke Callenfels van Wijk bij Duurstede in september 1944 werd ontvoerd en mishandeld, werd hij korte tijd later door Duitse soldaten bevrijd. De ontvoerders werden keihard aangepakt.
Toen duidelijk werd dat er die avond een bijeenkomst van het verzet was bij het gemeentehuis van Leersum, wachtten de Duitsers niet af. Met open legertrucs reden ze naar het dorp. Op dat moment was Aart Bos net even thuis om te lunchen met zijn vrouw en 9-jarige zoon. De familie woonde schuin tegenover het gemeentehuis aan de Rijksstraatweg. Toen hij zag wat er gebeurde stak hij de straat over in de veronderstelling dat het wel met een sisser zou aflopen. De ambtenaren hielden zich weliswaar op kleine schaal bezig met het vervalsen van persoonsbewijzen, maar de massale inval zou daar niets mee te maken hebben, zo dacht Bos. Het bleek een keiharde represaille.

ZWAAIEN

"Mijn oma zat in de voorkamer te wachten tot mijn opa terug zou komen", zegt kleinzoon Herman van Eenbergen. "Maar op een goed moment zag ze dat opa met een aantal collega's geboeid werden afgevoerd. Hij werd achterop de open vrachtwagen gezet en even later reden ze langs zijn woning. Hij zat met zijn rug naar de voorkant van het huis toe, zijn handen op zijn rug gebonden. Maar hij zag toch kans nog naar mijn vader en oma te zwaaien. Ze zwaaiden terug. Niet wetend dat ze hem nooit meer zouden zien.
De datum 3 oktober speelt al 76 jaar een belangrijke rol in onze familie
Herman van Eenbergen
De opgepakte ambtenaren worden tijdelijk opgesloten in het oude Postkantoor in Doorn. Daarna worden ze overgebracht naar Kamp Amersfoort. Daar zijn dan ook al 600 mannen uit Putten naartoe gebracht. Na een lange reis komt Bos uiteindelijk aan in een buitenkamp van Neuengamme. De omstandigheden in Ladelund zijn verschrikkelijk. Bos krijgt al na een paar weken ernstige dysentrie en sterft op 14 november 1944. "Ik vind het aangrijpend. Het besef dat iemand zomaar uit je midden wordt gerukt", zegt Van Eembergen 75 jaar later. "En ook dat iemand zo aan zijn einde komt."

PORTEMONNEE

De kleinzoon van Bos heeft alleen een paar foto's van zijn opa. In 2010 komt vanuit een Duits archief een portemonnee tevoorschijn die geschonken wordt aan Kamp Amersfoort. Van Eenbergen mag het hebben, maar kiest ervoor de geldbuidel te schenken aan het Verzetsmuseum in Amsterdam. "Het was de eerste keer dat ik iets tastbaars van opa in mijn handen had. Dat was erg aangrijpend."
De oma van Van Eenbergen maakt de vondst van de portemonnee van haar man niet meer mee. Ze is al overleden. "Ik ben van mijn familie de enige die over is", zegt Van Eenbergen. "Zo lang ik kan kom ik hier ieder jaar terug. Op 4 mei en op 3 oktober. Zeker die laatste datum speelt al 75 jaar een hele belangrijke rol in onze familie."

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.