De stikstof-discussie uitgelegd: hierom komen boze boeren vandaag naar De Bilt

© ANP
BILTHOVEN - De Bilt maakt zich klaar voor de komst van een enorme hoeveelheid boeren vandaag. Hun trekkers rijden weliswaar niet het terrein van het RIVM op, maar toch is hun woede gericht op de meetmethodes van het kennisinstituut. Waarover zijn ze nou precies boos? RTV Utrecht legt het uit.
De boeren hebben meerdere punten van kritiek: het RIVM zou niet transparant zijn en haar rekenmethodes die gebruikt worden voor stikstofonderzoek niet genoeg checken. "Wij worden afgerekend op modellen die het RIVM gebruikt", zegt Jeroen van Maanen van het Farmers Defence Force, de actiegroep van de boeren.
Uit de onderzoeken van het Biltse instituut blijkt dat de agrarische sector voor veel stikstofuitstoot zorgt. Maar Van Maanen bestrijdt dat. "Wij weten al langer dat die aannames van geen kant kloppen. Ze zijn niet gebaseerd op feiten, maar op rekenmodellen waar een foutmarge in zit. Maar daar wordt wel beleid op gebaseerd. Dus wat wij tegen het RIVM hebben: als je de oorzaak niet duidelijk hebt, kun je er ook nooit een oplossing op leggen."

MODELLEN EN METINGEN

De woede van de boeren is gebaseerd op een video met info van het Mesdagfonds, een belangenvereniging voor melkveehouders. De kritiek van het fonds gaat voornamelijk over de manier waarop het RIVM stikstofdeposities berekent. Kort gezegd: het RIVM meet de hoeveelheid ammoniak in de lucht en gebruikt een rekenmodel om te bepalen hoeveel stikstof uit die ammoniak op de bodem terechtkomt.
De video van het Mesdagfonds:
Volgens agrarisch deskundige Geesje Rotgers, die in het filmpje te zien is, wordt niet met metingen gecontroleerd of het rekenmodel klopt. "Het grootste probleem met het RIVM is dat het model waarop het beleid is gebaseerd nooit gevalideerd is met metingen. Er wordt in de lucht gemeten, vervolgens gaan die metingen in een model, en die rekent dan de stikstofneerslag uit in de natuur. Die neerslag wordt dan niet gecontroleerd."
"Hoe wij depositie in beeld brengen is inderdaad een combinatie van metingen en modellen", zegt RIVM-projectleider Addo van Pul. "Hoeveel wordt uitgestoten halen wij uit officiële rapportages per sector. Daarmee rekenen we uit hoeveel stikstof in de lucht hangt en op de bodem neerkomt. Dat vergelijken we daarna met de metingen. Als daar verschil is, dan passen we het model aan."
Droge depositie verschilt enorm per locatie en tijdstip.
Jan Willem Erisman, Louis Bolk Instituut
Jan Willem Erisman is dé expert op dit gebied en directeur van het Louis Bolk Instituut in Bunnik, dat onderzoek doet naar duurzame landbouw en voeding. Hij noemt die metingen essentieel. "Die metingen in natuurgebieden, meetstations en water zijn nodig om het model te bevestigen. Waar de critici deels gelijk in hebben is dat op de grond weinig wordt gemeten: die zogenaamde droge depositie is lastig te meten."
Volgens Erisman worden hier methoden voor ontwikkeld, die op dit moment op enkele plaatsen al worden toegepast. "Maar droge depositie is moeilijk te meten omdat het enorm verschilt per locatie en tijdstip. Het heeft te maken met de turbulentie van de atmosfeer, en die verschilt met dag en nacht, zon of regen, wind of windstil."

TRANSPARANTIE EN GELOOFWAARDIGHEID

Het Mesdagfonds beweert ook dat het RIVM niet transparant genoeg zou zijn. "Het RIVM heeft hele mooie verhalen, maar wij willen gewoon zien hoe zij dat berekenen", zegt Rotgers. Het fonds probeert meerdere rekenmodellen openbaar te krijgen. Het RIVM zegt dat het grootste deel van haar modellen openbaar is.
Erisman snapt de kritiek over transparantie deels. "Als er vragen zijn over je proces, dan ben je blijkbaar niet transparant genoeg geweest. Of daarmee de resultaten dan meteen ook niet kloppen is een ander verhaal. De onderzoeksteams van de VU en het TNO gebruiken bijvoorbeeld heel andere modellen en metingen, maar hun uitkomsten zijn vergelijkbaar met die van het RIVM. Dat geeft mij vertrouwen."
"In 2013 en 2015 is de hele rekenmethodiek van het RIVM door een internationale groep wetenschappers doorgelicht", zegt Erisman. "Er kwamen daar wat dingen naar boven die het RIVM toen heeft aangepast. Maar over het algemeen was de groep positief en onder de indruk van hoe in Nederland naar deposities wordt gekeken."
Stikstofcrisis, dit speelt er.

ANDERE KRITIEKPUNTEN

In de veel gedeelde video van Rotgers worden enkele andere kritiekpunten aangehaald. "De rekenmodellen van het RIVM hebben een foutmarge van 50 tot 100 procent", zegt Van Maanen van het Farmers Defence Force. "En twee van de meetstations voor ammoniak die in Nederland hangen, staan pal naast een rioolput en een kippenschuur."
De locatie van die meetpunten is volgens Van Pul van het RIVM iets genuanceerder. Deels klopt het, zegt hij. "Maar die gebruiken we sinds 2015 al niet meer om de deposities te meten. Plus, we meten ook op 86 andere punten die we in natuurgebieden hebben opgehangen."
Onderzoek van VU en TNO heeft een vergelijkbaar resultaat over het aandeel van landbouw in de stikstofuitstoot.
Jan Willem Erisman
"De onzekerheid klopt niet: op landelijke schaal zit die in de buurt van 30 procent. De onzekerheid zit meer in de lokale omstandigheden", zegt Van Pul. "Het punt blijft dat als je kijkt naar de herkomst van de stikstof, dat het patroon niet verandert: dezelfde foutmarge zit over landbouw, maar ook over verkeer, luchtvaart en industrie. De verhouding blijft gelijk."
"Natuurlijk zitten er altijd onzekerheden in", zegt deskundige Erisman. "Maar ook hier geldt: het onderzoek van VU en TNO heeft een vergelijkbaar resultaat over het aandeel van landbouw in de stikstofuitstoot. Landbouw is ook hier de grootste bron, dus dat verandert de uitkomst niet."

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.