Verdachte brandstichting Veenendaal: "Ik heb het verkloot, ik heb alles vergokt. Ik wil dood"

© AS Media
VEENENDAAL - Het Openbaar Ministerie eist twee jaar gevangenisstraf tegen een 28-jarige man die wordt verdacht van brandstichting in zijn eigen appartementin Veenendaal. Daardoor zou hij begin mei de levens in gevaar hebben gebracht van de andere bewoners van het appartementencomplex aan de Terp en van zijn broer en diens vriendin, die bij hem logeerden.
Wat bezielt iemand om zijn eigen huis in brand te stichten? Dat was de belangrijkste vraag waarop vandaag in de rechtbank in Utrecht een antwoord moest komen. Familieleden vertelden de politie dat ze bang waren dat de verdachte een einde aan zijn leven wilde maken, omdat hij in de problemen zat. Maar de man ontkende stellig dat hij zelfmoord hadden willen plegen door brand te stichten.

DIESELOLIE

Volgens het OM is bewezen dat de man 's nachts met behulp van een brandbare stof brand stichtte in de huiskamer en slaapkamer. Uit onderzoek zou blijken dat er twee brandhaarden waren. Tussen de kamers in werd onder het laminaat dieselolie gevonden. Tegen zijn broer zou de man na de brand hebben gezegd dat hij "het had verkloot en dood wilde" en tegen diens vriendin dat hij olie op de grond had gegooid en in brand gestoken. Zijn moeder vertelde de politie later dat ze vreesde dat haar zoon zelfmoord had willen plegen.
In de rechtszaal ontkende de Veendaler stellig dat hij het vuur had aangestoken. Hij vertelde dat hij een gezellige avond had gehad met zijn broer en diens vriendin. Daarbij zou hij 5 á 8 biertjes hebben gedronken en cocaïne hebben gebruikt. Toen de anderen gingen slapen, zou hij zijn aquarium zijn gaan schoonmaken. Om beter te kunnen slapen, zou hij nog twee diazepam-tabletten hebben geslikt.

WAXINELICHTJE

De brand zou volgens de verdachte zelf zijn ontstaan door een waxinelichtje dat hij in de slaapkamer had aangestoken. Hij zou nog even in de huiskamer zijn gaan zitten om zijn blikje bier leeg te drinken en een sigaret te roken en zou vervolgens op de bank in slaap zijn gevallen. Hij zou wakker zijn geworden van de brand in de slaapkamer.
Het brandende matras zou hij van de slaapkamer naar de woonkamer hebben gesleept, omdat hij het dacht te kunnen blussen met water uit het aquarium. Maar daarbij zou het matras tegen de bank zijn aangekomen en die in brand hebben gezet. Volgens een deskundige van de politie is dat laatste echter vrijwel uitgesloten en is het zeer aannemelijk dat het vuur op twee plaatsen is aangestoken.

VERSLAAFD

De officier van justitie vindt de verklaring van de verdachte ongeloofwaardig. Het staat volgens haar haaks op de uitkomsten van het forensisch onderzoek. Bovendien heeft hij zijn eerdere verklaring op meerdere plaatsen aangepast. Zo vertelde hij de politie dat hij 10 tot 15 biertje had gedronken (i.p.v. 5 á 8) en dat hij wakker werd van brand in de woonkamer (i.p.v. slaapkamer) en over het nachtelijke schoonmaken van het aquarium had hij eerder niets verteld.
Uit psychisch onderzoek blijkt dat de Veenendaler verslaafd is aan alcohol, cocaïne en gokken. De reclassering adviseert hem om zich te laten behandelen, maar hij weigert daaraan mee te werken en zegt het zelf wel op te kunnen lossen. De officier vond het daarom zinloos om aan de strafeis een verplichte behandeling te koppelen.

GEEN BEWIJS

De advocaat van de verdachte stelde in zijn pleidooi dat niet onomstotelijk bewezen kan worden dat de man het vuur opzettelijk heeft aangestoken. Dat familieleden van de man tegen de politie vertelden bezorgd te zijn over diens psychische toestand, bewijst volgens de advocaat niet dat zijn cliënt brand heeft gesticht. Hij vindt dat de politie getuigen kritischer had moeten ondervragen.
De rechter doet over twee weken, op dinsdag 26 november, uitspraak in de zaak. De verdachte wil daar op 26 november zelf niet bij zijn.

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.