Kabinet neemt noodmaatregelen tegen lerarentekort in grote steden

© ANP
UTRECHT - Het lerarentekort in de grote steden wordt op korte termijn aangepakt met noodmaatregelen. Eind januari zijn de kabinetsplannen klaar voor Amsterdam en Den Haag, daarna volgen Rotterdam, Utrecht en Almere.
Gedacht wordt aan andere lestijden, meer digitale hulpmiddelen (bijvoorbeeld bij het nakijken) en meer variatie in personeel. Daarnaast moeten schoolbesturen leraren die in deeltijd werken "actief aanmoedigen" om meer te gaan werken, komen er afspraken over zij-instroom en betere begeleiding van leraren. "Het is onvermijdelijk om het onderwijs anders te organiseren met minder leraren dan we gewend zijn, zonder in te leveren op kwaliteit", schrijft minister Slob van Onderwijs.

GROOT PROBLEEM IN STEDEN

Volgens minister Slob werkt de huidige aanpak van het lerarentekort, maar hij beseft naar eigen zeggen "dat dit in veel scholen helemaal niet zo wordt gevoeld". "We hebben nog steeds een heel groot probleem, zeker in de grote steden. We moeten daarom alle zeilen bijzetten en de aanpak intensiveren, samen met schoolbesturen, lerarenopleidingen, leraren, gemeenten en andere betrokkenen."
In de plannen staat welke scholen het op dit moment het zwaarst hebben en welke maatregelen schoolbesturen nu al kunnen nemen. Daarbij wordt ook gekeken naar meer samenwerking tussen schoolbesturen en kleine scholen die onder de opheffingsnorm zitten.
In de noodplannen wordt daarnaast bekeken of het nodig is om af te wijken van bestaande regelgeving en welke voorwaarden daarbij horen. Hierbij staat de kwaliteit van het onderwijs en maatwerk voorop. De noodmaatregelen moeten de dagelijkse stress van scholen wegnemen, zodat scholen de ruimte krijgen om zich te richten op oplossingen voor de komende jaren.

DE MAATREGELEN OP EEN RIJ

- Investering van 30 miljoen euro in 2020 en 2021 in de regionale aanpak om de tekorten tegen te gaan. De G4 ontvangen vier jaar lang 1 miljoen euro.
- Gerichte aanpak van 'tekortvakken' in het voortgezet onderwijs.
- 300 miljoen euro voor 2020 en 2021 voor ontwikkeltijd en lagere werkdruk voor leraren in het primair en voortgezet onderwijs. Scholen in het primair onderwijs ontvangen versneld 97 miljoen euro structureel voor een lagere werkdruk. (Dit is afgesproken in het convenant met de sociale partners en komt bovenop de 1,6 miljard euro die sinds de start van het kabinet structureel wordt geïnvesteerd in onderwijs, cultuur en wetenschap).
- Schoolbesturen stimuleren om actief aan te moedigen dat leraren met kleine deeltijdaanstellingen meer gaan werken.
- Extra investering van 10,6 miljoen euro voor de komende drie jaar om nieuwe leraren beter op te leiden en te begeleiden (afspraak uit convenant). Ook schoolbesturen hebben hier volgens het ministerie een belangrijke taak in.
- Meer regionale samenwerking stimuleren tussen schoolbesturen onderling en met lerarenopleidingen.
- Gezamenlijke afspraken tussen hogescholen en universiteiten om zij-instroom en omscholing van overschot- naar tekortvakken te vergemakkelijken.
- Begin 2020 komt er één centraal loket met alle informatie over routes naar het leraarschap, zodat potentiële leraren op weg worden geholpen om een passende opleiding te vinden.

LANGE TERMIJN

Voor de langere termijn werkt het ministerie aan een nieuw bevoegdhedenstelsel, zodat leraren zich bijvoorbeeld meer kunnen specialiseren en het vak aantrekkelijker wordt. "Ook werken we aan toegankelijke en flexibele lerarenopleidingen. We houden vast aan de toelatingseisen voor pabo's, maar pakken knelpunten aan die uit de evaluatie naar voren zijn gekomen. De toelatingseisen lijken een positief effect te hebben op de kwaliteit en het imago van de pabo en vooral meer mannen met een vwo-diploma aan te trekken."

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.