Bejaard echtpaar ontkent betrokkenheid bij drugslab Hagestein

Op 30 januari 2018 deed de politie na een tip een inval op het terrein. In een opslagloods stonden vaten met chemicaliën die gebruikt worden bij het produceren van harddrugs. In de loods was een compleet laboratorium ingericht waar volgens de politie blokken cocaïne en heroïne konden worden bewerkt en gereedgemaakt voor verdere verspreiding. Op het terrein werden twee mannen uit Rotterdam opgepakt, twee anderen wisten te ontkomen.

Kort na de inval werden een man en een vrouw in Schiedam opgepakt. Het OM verdenkt de Rotterdammers en Schiedammers van het produceren van cocaïne en heroïne in de loods in Hagestein en van voorbereiding van handel en smokkel van harddrugs. Daar waren volgens de politie nog meer verdachten bij betrokken, die nog voortvluchtig zijn. Samen vormden ze volgens het OM een criminele organisatie.

Ook de eigenaren van het terrein, Herman en Corry den H., werden aangehouden. Zij worden vervolgd omdat ze harddrugs en chemicaliën op hun terrein hadden. Volgens het OM wisten ze wat er in hun loods gebeurde en zouden ze daaraan hebben meegewerkt. Zelf houden ze vol dat ze niks wisten van de drugsactiviteiten. Maar hun betrokkenheid bij eerdere drugszaken spreekt niet in hun voordeel. Op hun bezittingen ligt beslag vanwege een miljoenenschuld uit het verleden die ze moeten aflossen.

In 2011 werd op het terrein van Herman en Corry een hennepkwekerij aangetroffen, in 2016 een container met 700 kilo heroïne. Die laatste zaak is geseponeerd. Tijdens de politie-inval kwam Corry den H. naar de politie gerend met een huurcontract voor de loods. De huurder had voor de ondertekening een Brits paspoort gebruikt dat na onderzoek niet van hem bleek te zijn.

De inval in het drugslab in Hagestein werd gedaan na een tip. Omwonenden hadden al weken last van een penetrante chemische lucht rond het terrein aan de Lekdijk. Een vrouw die woonruimte van het echtpaar Den H. huurde, zou over een langere periode al meerdere malen bij de politie hebben geklaagd over verdachte figuren en activiteiten op het terrein. Ook verklaarde zij na de inval dat zij huisbaas Herman met een verdachte man had zien praten en dat ze had gezien hoe Herman een pallet vol vaten in een busje laadde.

De drie verdachten die het drugslab zouden hebben gerund, houden allemaal vol dat zij er niets mee te maken hebben. Jawad A. en Si F., die bij de inval werden aangehouden, zouden enkel zijn ingehuurd om te helpen bij het opruimen van de loods. A. zou daar 3.000 euro voor hebben gekregen, maar F. slechts 250 euro. Ze zouden niets hebben geweten van het drugslab en nooit eerder in Hagestein zijn geweest.

In de loods werd de jas van verdachte Abdel T. uit Schiedam gevonden. In de jaszakken zaten ruim 12.000 euro cash, betaalpassen, sleutelbossen en de accu's van 7 mobiele telefoons. Desondanks hield hij in de rechtszaal vol dat hij niet een van de mannen was die wegvluchtten tijdens de politie-inval. Een huisgenoot, van wie hij de naam niet wil noemen, zou zijn jas op de bewuste dag per ongeluk hebben aangetrokken. Het OM linkt de verdachten uit Rotterdam en Schiedam op veel verschillende manieren aan het drugslaboratorium.

De verdachten Abdel T. en Jawad A. hadden volgens de politie beschikking over meerdere telefoons, die op verschillende dagen werden aangestraald door zendmasten in de buurt van Hagestein. Daarbij waren ook zogenoemde PGP-toestellen waarmee versleutelde berichten worden verstuurd. Bij Jawad A. werd een boterhamzakje heroïne gevonden. Ook waren er veelvuldig onderlinge contacten. Verder deed Abdel T. in vier jaar tijd voor twee ton aan contante betalingen en stortingen, terwijl daar geen legale inkomsten tegenover zouden staan. Hij en zijn vrouw Bouchra A. worden dan ook verdacht van witwassen.

Het lijkt waarschijnlijk dat de verdachten die nu voor de rechter staan deel uitmaken van een groter netwerk. Dat zou ook verklaren waarom ze geen namen van andere betrokkenen willen noemen. In hoeverre politie en OM daar bewijzen voor hebben, wordt mogelijk morgen duidelijk. Dan zet de officier van justitie in zijn requisitoir alle verdenkingen en bewijzen op een rij en komt hij met strafeisen tegen de verdachten.