Eis: cel voor brandstichtende moeder
UTRECHT - Justitie heeft tien maanden celstraf geëist, waarvan vijf voorwaardelijk, voor vier brandstichtingen bij basisschool De Stifhorst in Renswoude.
De 43-jarige verdachte, die afgelopen zomer op heterdaad werd betrapt, zegt dat ze in een impuls heeft gehandeld. Er zijn problemen met haar jongste zoon en ze vindt dat een leerkracht niet goed met haar kind is omgegaan. Ze was boos en voelde zich onmachtig. De vrouw gaf aan enorme spijt te hebben. Ze heeft dit ook te kennen gegeven bij de school en via een krantenbericht.
De conclusie van de psychiater is dat de vrouw verminderd toerekeningsvatbaar is en dat de kans op herhaling groot is. Er zijn rapportages opgemaakt over haar persoon waaruit blijkt dat haar jeugd niet soepel is verlopen, dat haar jongste zoon in 2006 uit huis is geplaatst, dat ze al dertien jaar antidepressiva slikt en dat ze werd overvraagd. Ze heeft een impulscontroleproblematiek en negatieve gevoelens over haar opvoeding.
De vrouw kan in behandeling, maar daar is pas in februari plaats. Daarom eiste de officier van justite tien maanden gevangenisstraf waarvan vijf maanden voorwaardelijk, zodat ze tot aan de behandeling vast zou zitten.
De advocaat wil dat het voorarrest niet langer duurt dan tot het moment van uitspraak en dat ze in de tussenliggende tijd wekelijks contact heeft met reclassering, zoals reclassering had aangeboden. Het laatste woord van de vrouw in de rechtszaal: "Ik wil naar huis, naar mijn kinderen".
De rechter doet 9 december uitspraak.
