Rapport Jehova's mag openbaar worden gemaakt

© RTV Utrecht
UTRECHT - Het wetenschappelijk onderzoeksrapport naar aangiften van seksueel misbruik binnen de Jehovas Getuigen Gemeenschap mag openbaar worden gemaakt. Dat heeft de rechtbank in Utrecht vandaag besloten.
De Jehova-gemeenschap probeerde via de rechter publicatie van het rapport van het kenniscentrum WODC van het ministerie van Justitie en Veiligheid en de Universiteit Utrecht te voorkomen. Het zorgt volgens de Jehova's voor "onherstelbare schade" voor de gemeenschap met ruim 30.000 leden. Het rapport is volgens hen wetenschappelijk en feitelijk onjuist en bovendien lasterlijk.
Uit het onderzoek zou blijken dat het overgrote deel van de deelnemers ontevreden is over hoe de gemeenschap is omgegaan met de melding van seksueel misbruik. Het voelde voor hen niet als erkenning van hun leed. Zij voelden zich alleen staan.
Volgens de rechter blijkt uit het onderzoek dat veel slachtoffers van seksueel geweld geen tot weinig steun voelen binnen de gemeenschap. "Dit is nog onderwerp voor politiek gebat." 80 procent van de respondenten heeft wel een interne melding gedaan binnen de gemeenschap en niet bij de politie. Uit het rapport blijkt niet hoe vaak misbruik binnen deze gesloten groep voorkomt. "Voor een nauwkeurige schatting is nader onderzoek nodig", aldus de rechter in aanvulling op het vonnis.
Het rapport stelt dat het misbruik vaak binnen het gezin voorkomt. Volgens de Jehovas gebeurt misbruik over het algemeen door iemand uit de familie. De rechter: "Het gezin is wel familie, maar familie is niet per definitie gezin, stellen de onderzoekers."
Hij spreekt van een gedegen wetenschappelijk rapport. "Ik zie geen gronden voor onjuistheden." Hij ontkent dat er sprake is van discriminatie of van een beperking van godsdienst.

'UITERMATE KWALIJK'

Minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) heeft geen goed woord over voor de manier waarop het bestuur van Jehova's Getuigen heeft gereageerd op het onderzoek. "De conclusies van het onderzoek schetsen een uitermate zorgelijk beeld waarin aangifte bemoeilijkt wordt. Slachtoffers voelen zich onvoldoende gehoord, genegeerd, gestigmatiseerd en geïsoleerd. Dat vind ik ontluisterende conclusies", laat de minister weten. "Het bestuur heeft aangegeven geen noodzaak te zien voor aanvullende maatregelen. Ik vind die houding uitermate kwalijk."
Dekker wil nog een persoonlijk gesprek met het bestuur, om het op andere gedachten te brengen. "Van elk bestuur van een organisatie mag je verwachten dat alles in het werk wordt gesteld om seksueel misbruik tegen te gaan", vindt hij.

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.