Kerken willen geld voor behoud erfgoed
UTRECHT - De grote kerkgenootschappen slaan de handen in een om oude kerken te behouden. Dat hebben de Rooms-katholieke Kerk en de Protestantse Kerk donderdag laten weten.
Samen dragen de twee genootschappen de verantwoordelijkheid voor ruim 80 procent van het onroerend religieus erfgoed. Aan het einde van het Jaar van het Religieus Erfgoed pleiten ze ervoor dat de overheid financieel helpt bij de instandhouding van kerkgebouwen. De steun moet erop zijn gericht de gebouwen zo veel mogelijk als kerk te behouden.
Volgens de kerken staat de overheid, die hoogstens via subsidies bijdraagt, te zeer op afstand. In Europa is Nederland een uitzondering, zeggen ze. Maar het zal onmogelijk zijn om alle kerken te behouden. Beide kerkgenootschappen zien slechts beperkte mogelijkheden voor herbestemming. Uitgangspunt daarbij is dat de toekomstige functie 'waardig' is.
De kerkgenootschappen menen dat het onmogelijk is dat voor alle boventallige kerken een "passend en exploitabel" hergebruik kan worden gevonden. In Nederland zijn eind 2007 ongeveer 1700 rooms-katholieke gebouwen voor 4,3 miljoen geregistreerde katholieken. De Protestantse Kerk telt ongeveer 2300 gebouwen voor 2,1 miljoen kerkleden. De Rooms-katholieke Kerk en de Protestantse Kerk schatten dat de komende tien jaar een kwart van hun kerkgebouwen boventallig zal zijn.
