Zaak tegen dealer die inreed op agent vertraagd door coronamaatregelen

De zaak zou vandaag inhoudelijk worden behandeld, waarna het Openbaar Ministerie met een strafeis zou komen. Maar door de coronamaatregelen is het niet gelukt om meerdere belangrijke getuigen te horen. De rechtszaak gaat daarom op 28 juli verder. De verdachte blijft voorlopig vastzitten.

Utrechter R.A. wordt ervan verdacht dat hij samen met anderen twee jaar lang cocaïne dealde, onder meer in Utrecht, Maarssen, Vleuten en Breukelen. Bij twee medeverdachten werd vorig jaar september 560 gram cocaïne en bijna een kilo hennep en hasj gevonden, met een straatwaarde van tienduizenden euro's. Het OM houdt er rekening mee dat er nog meer personen bij de drugshandel betrokken waren.

Na onderzoek, waarbij undercover agenten werden ingezet, werd R.A. begin december door agenten in een burgerauto klemgereden op de Seinedreef in Overvecht. Maar hij sloeg op de vlucht en reed daarbij tegen een van de politiemensen aan. De agent raakte daardoor gewond aan zijn been, schouder, arm en nek. De verdachte kon korte tijd later worden aangehouden in het huis van zijn ouders in Utrecht.

Om de zaak inhoudelijk te kunnen behandelen moeten de medeverdachten en agenten als getuige worden gehoord. Maar bij de onderzoeksrechter is door de coronamaatregelen een stuwmeer aan achterstallige zaken ontstaan. Volgens advocaat Boumanjal had A. zich erop ingesteld dat de zaak vandaag zou worden afgedaan. Hij vroeg de rechtbank daarom om zijn cliënt vrij te laten in afwachting van de volgende zitting.

Volgens de raadsman heeft A. het dealen van drugs bekend en is hij niet eerder veroordeeld voor iets dergelijks. Ook zou hij door het lange voorarrest zijn woning kwijt dreigen te raken. De verdachte, die ondanks de coronamaatregelen zelf in de rechtszaal aanwezig was, zei dat hij spijt heeft en 100% gemotiveerd is om mee te werken aan begeleiding door de reclassering en behandeling voor zijn criminele gedrag.

Maar de officier van justitie verzette zich fel tegen vrijlating van de Utrechter. Dat zou hem namelijk de kans geven om zijn verklaring met zijn medeverdachten af te stemmen. Ook bestaat volgens het OM de kans dat A. weer gaat dealen: hij heeft geen inkomsten en zou om zijn huis te behouden snel aan geld moeten komen. Ook zou hij niet volledig open zijn geweest over de drugshandel waarvan hij wordt verdacht.

De rechtbank was het uiteindelijk met het OM eens. Volgens de rechters was de verdachte tot zijn aanhouding een jaar lang niet in zijn woning geweest. Zij zien dan ook geen reden waarom hij zijn huis nu dan zo nodig zou moeten behouden. De verdenkingen tegen hem zijn bovendien dermate ernstig dat hij een gevangenisstraf riskeert die een stuk langer is dan de bijna vijf maanden die hij in voorarrest zit, meent de rechtbank.