Onderzoek naar dood Dascha (16) niet heropend: 'Second opinion bevestigt eerdere conclusies'

© Politie.nl
HOLLANDSCHE RADING - De forensische second opinion omtrent het overlijden van Dascha Graafsma (16) uit Hollandsche Rading in 2015 heeft geen nieuwe inzichten opgeleverd, meldt het Openbaar Ministerie. De conclusie blijft dat er geen aanwijzingen zijn voor een misdrijf. "Het onderzoek naar de tragische dood van het meisje, zal dan ook niet heropend worden. Dit is vandaag in een gesprek aan de nabestaanden uitgelegd."
Dascha werd op 28 november 2015 na een stapavond aangereden door een trein op het spoor tussen Hollandsche Rading en Hilversum. Zij overleed direct. Het is volgens het OM niet vast te stellen of er sprake is geweest van zelfdoding of een ongeval. "Gezien het feit dat Dascha waarschijnlijk al uren zonder jas buiten zonder jas rondliep, kan niet worden uitgesloten dat zij - onder invloed van alcohol en mogelijk bevangen door de kou - het slachtoffer is geworden van een tragisch ongeluk."
Na het sluiten van het onderzoek hebben de nabestaanden, die werden bijgestaan door een particulier onderzoeksbureau, regelmatig de politie en het Openbaar Ministerie benaderd met vragen en bevindingen. Ook publiceerden ze eigen onderzoeksresultaten. Daarin wezen de nabestaanden op tekortkomingen in het politieonderzoek en op vermeende verdachte situaties die ze onderzocht wilden hebben.
"Het Openbaar Ministerie heeft in samenwerking met de politie deze vragen en bevindingen telkens serieus bekeken en er gedetailleerd inhoudelijk op gereageerd. De conclusie daarvan was echter steeds dat er geen concrete feiten of omstandigheden naar voren komen die wijzen op een misdrijf in de periode kort voor Dascha's dood of rondom haar directe overlijden", meldt het OM.
Om een antwoord te kunnen geven op de vragen die de nabestaanden nog altijd hadden over de doodsoorzaak, heeft jusitie toegezegd een forensische second opinion en onderzoeksreflectie uit te laten voeren. Dit heeft de afgelopen periode plaatsgevonden. "De second opinion hield in dat forensische experts van een andere politie-eenheid het eerder verrichte onderzoek kritisch bekeken hebben en gesprekken hebben gevoerd met de diverse betrokkenen. De reflectiekamer is door het OM ingesteld om tunnelvisie te voorkomen. In deze kamer zaten ervaren officieren uit andere arrondissementen en een advocaat-generaal die niet eerder bij de zaak betrokken waren", aldus het OM.
De conclusie van zowel de forensisch experts als de leden van de reflectiekamer is dat er voldoende onderzoek gedaan is en er terecht is geconcludeerd dat er geen sprake was van aanwijzingen voor een misdrijf. "Het is meer dan begrijpelijk dat de nabestaanden heel graag willen weten wat er precies gebeurd is die avond en waarom zij op het spoor stond. Het OM en de politie hebben echter als taak onderzoek te doen naar misdrijven. De inzet van opsporingsmiddelen is wettelijk ook alleen toegestaan wanneer er sprake is van een strafrechtelijke verdenking. In deze tragische zaak is dat na het gedane onderzoek niet meer het geval. We begrijpen dat de nabestaanden en betrokkenen teleurgesteld zijn dat zij op een deel van hun vragen geen antwoord zullen krijgen", stelt het OM.

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.