Krijgt Azotod steun van gemeente? 'Het is niet alsof er miljoenen bij moeten'
DE MEERN - "We vonden het nodig maar eens iets van ons te laten horen", zegt Wil Verhoeven, voorzitter van het bestuur van poppodium Azotod in De Meern. Voor het eerst in veertien jaar stuurde muziekpodium Azotod een mailtje naar Utrechtse raadsleden. Grote vraag: vinden de raadsleden ook dat Azotod iets toevoegt aan Leidsche Rijn? Het podium verkeert in zwaar weer: de inkomsten blijven achter nu er maar een beperkt aantal bezoekers welkom is door de coronacrisis.
Steun van de gemeente zou dus niet verkeerd zijn, maar dan moet de gemeente daar wel achterstaan, zegt Verhoeven. "Want als we samen met onze bezoekers en vrijwilligers alleen staan in het feit dat Azotod wat toevoegt, dan wordt het natuurlijk een moeilijk verhaal. Maar dan weten we dat ook graag."
Dat blijkt niet het geval, negen politieke partijen ondertekenden mondelinge vragen die vandaag worden behandeld in de Utrechtse gemeenteraad. Belangrijkste vraag: "Is de wethouder het met ons eens dat het verdwijnen van Azotod een groot verlies zou zijn voor de stad en specifiek voor jongeren?"
'Waardering hoef ik niet'
Eduard Versteege is het daar in ieder geval mee eens. Hij was tien jaar programmeur in Ekko, maar zetten zijn eerste stappen in het muziekcircuit bij Azotod. Hij leerde er bier tappen en organiseerde zijn eerste bandjesavond. "Dat heette toen nog de grote prijs van Leidsche Rijn. Het was mijn begin met programmeren, promotie maken, de planning van een evenement en de productie. Dat deed je dan met een clubje van vrijwilligers." Dat gebeurt nog steeds, bijvoorbeeld bij DURF: een project waarbij jongeren onder begeleiding zelf evenementen organiseren.
Vrijwilligers trekken nog steeds voor het grootste deel de kar. Met één halve medewerker een hoop vrijwilligers weet het podium tot de coronacrisis het hoofd boven water te houden. Sporadische evenementen zoals feesten van radio dj Gerard Ekdom en Ben Liebrand trekken een ouder publiek en zorgen voor drankomzet. Met dat geld kunnen de andere activiteiten worden betaald. Dat zijn er zo'n 150 per jaar, merendeels gericht op jongeren.
Verhoeven denkt dat de politiek dat niet ziet. Hij merkt dat door die grotere feesten wel het beeld ontstaat dat de Azotod een ouderwetse tent is waar 30 plussers komen om veel te drinken. "Waardering hoef ik niet, alleen ik wil ook niet neergezet worden als een zuipfeestentent want dat zijn we namelijk helemaal niet."
Niet professioneel genoeg
Het podium ontving wel eens een eenmalige subsidie voor een evenement, maar sinds 2006 is er geen stelselmatige bijdrage van de gemeente meer geweest. Aanvragen deed het podium wel, maar volgens Verhoeven werden die steevast afgewezen omdat de organisatie niet professioneel genoeg is, daardoor is het podium in een vicieuze cirkel terecht gekomen: Azotod ontvangt geen geld omdat het niet professioneel genoeg is, maar om te professionalieren is er geld nodig. "Maar kijk nou naar onze echte functie en naar wat we doen en niet naar wat je mooi kan verwoorden in documenten want dat is denk ik ook niet alles."
"Een plek minder voor omwonenden en jeugd in een gebied waar al zo weinig te doen is, dat lijkt me een verdere verschraling voor het culturele aanbod", zegt oud-vrijwilliger Eduard Versteege. Het is aan de politiek, zegt hij. "Het is niet alsof er miljoenen bij moeten."
Een andere vraag die door het college moet worden beantwoord is of de gemeente het gesprek al is aangegaan met ongesubsidieerde podia om erachter te komen wat die podia nodig hebben om de coronacrisis te overleven. Die gesprekken zouden op 'korte termijn' moeten plaatsvinden, maar twee maanden later heeft Azotod nog niks gehoord volgens directeur Verhoeven. "Het is werkelijk van de gekke dat je genegeerd wordt, dat vind ik te gek voor woorden. Ik neem dat het ambtenarenapparaat kwalijk."
