Wetenschappers in Nieuwegein zien toename coronavirus in rioolwater: 'We moeten een tweede golf inperken'

Gertjan Medema en Frederic Béen werken bij het wateronderzoeksinstituut KWR in Nieuwegein. KWR onderzocht het afgelopen half jaar monsters van negen rioolwaterzuiveringen. Medema en Béen gaan nu, op verzoek van onder meer de GGD, het water nog specifieker onderzoeken. Dat levert waardevolle informatie op die gebruikt wordt in de strijd tegen het coronavirus.

"Het duurt een paar dagen voordat mensen last krijgen van symptomen, maar het virus is dan al dagen in hun ontlasting terug te vinden", vertelt onderzoeker Gertjan. "Zo zagen we in maart een grote stijging van de concentratie van het coronavirus in het rioolwater, ongeveer een week voordat het aantal besmettingen toenam. Dus een vroege waarschuwing van het riool voor het coronavirus."

De onderzoekers nemen vervolgens contact op met de GGD zodat ze hun testcapaciteit kunnen ophogen in gebieden waar het virus in hoge mate aanwezig is in het rioolwater. Dat kan zelfs op heel lokaal niveau zijn. "Zo kijken we bijvoorbeeld naar verpleeghuizen, waar bewoners kwetsbaar zijn, of we die zouden kunnen 'bewaken' aan de hand van het rioolwater."

Niet alleen lokaal, ook internationaal is het onderzoek van groot belang. Rioolmonsters uit 26 verschillende landen worden gemeten. "In die monsters kunnen we zien hoeveel virusdeeltjes er zijn in verschillende Europese steden", zegt Frederic Béen. "Aan het einde van het jaar worden de resultaten van het internationale onderzoek verwacht."

Ondertussen hebben de onderzoekers hun handen vol aan de situatie in Nederland. Het onderzoek lijkt erop te wijzen dat er weer een piek aan zit te komen, zoals aan het begin van maart. Ze zijn blij dat ze kunnen helpen met het inperken van een mogelijke tweede golf. Gertjan: "Het is interessant om de kennis die wij al hebben over water en riool te kunnen inzetten om het virus vroeg op te sporen."